Zinnen Flashcards
Ken je?
Tu connais
Kun je hem/haar omschrijven
Tu peux le/la décrire
Hij is van gemiddelde lengte, hij heeft… haar en …ogen
Il est de taille moyenne, il a les cheveux… et les yeux…
Hij is een beetje verlegen
Il Est un pue timide
Zij draagt
Elle porte
Zij is geboren op 10 januari in
Elle este née le dix janvier à
Hij is van Marokkaanse afkomst, maar hij woont in Frankrijk
Il est d’origine marocaine, mais il habite en France
Hij heeft…gestudeerd
Il a fait des études de
Deze schrijver is overleden in
Cet écrivain est mort en
Zij heeft geleefd van … tot …
Elle a vécu de … à …
De hoofdstad van… is …
La capitale du/de la/de l’/ des … c’est …
In de zomer is het heel warm
En été, il fait très chaud en/au
Men spreekt er … en …
On y Parle … et …
Het land heeft … miljoen inwoners
Le pays compte … millions d’habitants
Et zijn stranden, bergen en woestijnen
Oui, Il y a des plages, des montagnes et des déserts