NL-FA Flashcards
De hobby
Le passe-temps
De online games
Les jeux en ligne
Winkelen
Faire les magasins
Gamen
Jouer à la console
Uitgaan
Sortir
Verslaafd zijn aan
Être accro à
Zich voorstellen
Se présenter
Eindigen
Terminer
Geloven
Croire
Beginnen
Commencer
Stoppen
S’arrêter
Plezier hebben
S’amuser
(Zich) ontspannen
Se détendre
Lol hebben
Rigoler
Ieder(e), elk(e)
Chaque
(Tijd) besteden
Consacrer (du temps)
Ongeveer
Environ
De keer
L fois
Lessen volgen
Suivre des cours
(Cadeau) geven
Offrir
Onder, tussen
Parmi
Allereerst
D’abord
Gevorderde
Avancé
De leeftijd
L’âge
De wijk
Le quartier
Wandelen
Se balader
Levendig
Vivant
Gevaarlijk
Dangereux
Lawaaierig
Bruyant
Het voetbalveld
Le terrain de foot
Leven
Vivre
Slapen
Dormir
De sfeer
L’ambiance
De stijl
Le style
Het voorwerp
L’objet
De boekenkast
La bibliothèque
Het voetgangersgebied
La zone/rue piétonne
Het openbaar vervoer
Les transports en commun
De groen voorziening
L’espace vert
Het verkeer
La circulation
De kast
L’armoire
Sober
Sobre
Gezellig
Convivial
Naast
À côté de
Tegenover
En face de
In het midden van
Au milieu de
De relatie
Le rapport
Het enige kind
Le fils/ la fille unique
De tweeling
Le jumeau/ la jumelle
De mensen
Les gens
De intresse
Le centre d’intérêt
Gescheiden
Divorcé
Plagen
Taquiner
Zich opwinden
S’énerver
Boos worden
Se vexer
Spraakzaam
Bavard
Lastig
Pénible
Open
Ouvert
Oudst
Aîné
Jongst
Cadet
Verbonden
Connecté
Bestaan uit
Se composer de
‘Close’ zijn met
Se sentir proche de
Ruzie hebben met
Se disputer Avec
Gevoelig
Sensible
Spontaan
Spontané
Grappig
Drôle
Introvert
Introverti
Sociaal
Sociable
In plaats van
Au lieu de