Zindelijkheidstraining Flashcards

1
Q

Wanneer is een kind zindelijk?

A

Als het zijn urine en stoelgang kan ophouden
en wacht met de lozing
tot op een gepast moment
en op een gepaste plaats

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

In welke drie stappen gebeurt zindelijkheid?

A

3 jaar: stoelgang ophouden
4 jaar: overdag continent zijn
7 jaar: ‘s nachts ook continent zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer spreek je van een zindelijkheidsprobleem?

A

Als een kind er niet in slaagt om op deze leeftijden deze stappen te bereiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Leg uit: de weg van de urine.

A

Nieren filteren je bloed: ze halen overtollig water en afvalstoffen eruit = URINE
Via de urineleiders gaat het naar je blaas
Doordat je blaas elastisch is wordt er urine verzameld tot die vol zit
Je krijgt de drang om te plassen
Als je op het toilet zit ontspannen de sluitspieren van de blaas
Je blaas trekt samen
Via de urinebuis verlaat de urine je lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waardoor wordt het systeem van opslaand en lozen geregeld?

A

Door je zenuwstelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke reflexcentra heb je en waar liggen ze?

A

1: onderaan ruggenmerg
2: hoger in je ruggenmerg
3: in je hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat doet het eerste reflexcentrum?

A

Zorgt ervoor dat je blaas samentrekt telkens er een beetje urine in zit. Er is geen coördinatie met de sluitspier dus de blaas wordt niet volledig geleegd.
Dit komt voor bij pasgeborenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat doet het tweede reflexcentrum?

A

Dit zorgt dat de sluitenspieren altijd ontspannen als de blaas samentrekt -> de volledige blaas wordt geleegd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat doet het derde reflexcentrum?

A

Controleert 1ste en 2de reflexcentrum en geeft opdracht voor het al dan niet legen van de blaas.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welk hormoon heeft ook een belangrijke rol? Waar wordt het aangemaakt en wat doet het?

A

ADH: anti-diuretisch hormoon

Het wordt in je hersenen aangemaakt en reguleert hoeveel water dat door de nieren wordt uitgescheiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer maak je meer ADH aan en waarom?

A

’s Nachts omdat je dan minder moet plassen tijdens je slaap. De afvalstoffen worden wel nog eruitgehaald dus daarom in je urine in de morgen geconcentreerder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Aan welke leeftijd heb je veel ongecontroleerde en kleine plasjes en waarom?

A

Als pasgeboren baby.

Je blaascapaciteit is zeer klein en hij wordt ook altijd onmiddellijk geleegd maar nooit volledig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom hebben baby’s in het eerste levensjaar soms een droge luier?

A

Omdat hun blaascapiciteit steigt gaan ze minder plassen. Het tweede reflexcentrum treedt ook in werking waardoor er coördinatie is tussen het samentrekken van de blaas en het ontspannen van de sluitspier => volledige lediging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wanneer wordt er kind zich bewust van de drang om te plassen? Wat gebeurt er ondertussen ook?

A

Tussen 1 en 2 jaar. Wordt tegelijk ook bewust van vullingsgraad van de blaas. De bezenuwing wordt ook vervolledigd dan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wanneer kan een kind droog worden ‘s nachts?

A

Rond 2 jaar als er een duidelijk dag-en nachtritme in de urineproductie ontstaat. ‘s Nachts wordt er minder urine aangemaakt. Zodra de urineproductie kleiner wordt dan de blaascapaciteit is droog worden ‘s nachts mogelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wanneer leert het kind voelen wanneer de blaas vol is? Wat leert het dan nog allemaal? Wat komt veel voor in die periode?

A

Tussen 1,5 en 3 jaar. Leert zijn drang om plassen uit te stellen door gebruik te maken van het samentrekken van de sluitspier.
Gelijktijdig moet het samentrekken van de blaas onderdrukt worden (zodat die verder gevuld kan worden).
=> Veel ongelukjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is de laatste fase van de zindelijkheidstraining? Hoe oud zijn ze dan?

A

Het kind moet de sluitspier actief kunnen openen op elk gewenst moment (bij eender welke blaasvulling).
Tussen 3 en 6 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wanneer maakt het urinair stelsel een rijpingsproces door?

A

Tussen de nul en zes jaar. Verloopt voor iedereen op een ander ritme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Is zindelijkheidstraining nodig?

A

Neen, eigenlijk verloopt dit heel natuurlijk vanzelf. Zindelijkheidstraining met positieve stimulatie en correcte training kan wel een paar maanden winnen.
Geforceerde training kan zorgen voor een verkeerd plaspatroon en blaasfunctiestoornissen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Aan welke voorwaarden moet het kind voldoen voordat het zindelijk kan worden?

A
  1. Moet lichamelijk rijp zijn: voldoende ontwikkelde blaas en blaascontrole. +- droge periode van 2 uur
  2. Moet er bewust mee kunnen omgaan: begrijpen dat er een link is tussen de drang om te plassen en het potje
  3. Moet wìllen meewerken: eigen willetje kan soms vervelend zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Verloopt het rijpingsproces sneller bij jongens of bij meisjes?

A

Meisjes. Jongens hebben meer stimulatie nodig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat als je kind niet geïnteresseerd is?

A

Wacht enkele weken en probeer opnieuw. Ander heeft het geen zin.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wanneer mag je zeker niet starten?

A

Bij een drukke periode of vlak voor ene ingrijpende gebeurtenis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Hoe kan je een kind laten wennen aan het potje?

A

Naast de grotemensenwc zetten en uitleggen waarvoor het dient.
Niet verplichten maar ze mogen gaan zitten
Eerst eens met luier erop
Neem je kind mee als je zelf moet plassen: nabootsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Hoe leren ze bewuster om te gaan met het gevoel van een volle blaas?

A

Als je regelmatig vraagt of ze moeten plassen.

26
Q

Wanneer zet je het kind op het potje?

A

Als na twee uur de luier droog is => enkel bij volle blaas dus

27
Q

Welk verschil moeten ze zeker leren?

A

Het verschil tussen nat en droog. Leer dat aan door spelletjes

28
Q

Wat als ze angstig zijn voor vieze dingen?

A

Kliederspelletjes

29
Q

Welk potje kiezen?

A

Stevig potje of wc met aangepast brildiameter en met voetjes gesteund. Ook voor jongens!
Zo zijn de bekkenbodemspieren ontspannen: volledige lediging mogelijk

30
Q

Hoe lang moeten ze op het potje zitten?

A

Geef ze voldoende tijd maar niet langer dan 5 minuten. Voelt geforceerd anders.

31
Q

Wat bij een goed resultaat?

A

(Niet-materiële) beloning geven!

Je kan ook gebruik maken van een beloningssysteem.

32
Q

Wanneer laat je de luier weg?

A

Als de helft van de controles de luier droog is

33
Q

Welke communicatie is ook belangrijk?

A

Ouders-creche-school

Allemaal gelijktijdig starten!

34
Q

Hoe leer je je kind dat dat heel normaal is?

A

Prentenboekje voorlezen

35
Q

Geef een aantal tips om ‘s nachts zindelijk te worden.

A
  • Niet beginnen voordat hij overdag volledig droog is
  • Normaal gezien gaat dat vanzelf
  • 3 nachten per week droog = pamper weg
  • Hele dag normaal drinken
  • NIET uit bed halen om te plassen
36
Q

Vroeger of nu meer zindelijkheidsproblemen? Waarom?

A

Nu!

Door tijdsdruk en gedachtegang van moderne samenleving.

37
Q

Welke fouten worden er gemaakt bij de zindelijkheidstraining?

A
VIP VU WOLK 
Vieze pipi en kaka 
Irriterende zeep => gevoelige huid 
Persmethode
Vanaf die leeftijd ipv vanaf rijp
Uit bed halen 's nachts
Wanneer het ons uitkomt op potje
Ongelukje = straffen 
Luiers met droog gevoel 
(toe)Knijpen van sluitspier
38
Q

Mag je een kind uit zijn spel halen om op het potje te gaan?

A

NEEN anders wordt het potje geassociëerd met iets onplezierigs.

39
Q

Wat is de persmethode?

A

Druk zetten op je blaas zodat je sneller kan plassen. Maar dat kan aanleiding geven tot een blaasstoornis: blaaswand verdikt en er ontstaan uitstulpingen op blaaswand door de druk.

40
Q

Waarom is het niet goed om hen te leren de sluitspier toe te knijpen?

A

Omdat ze achteraf niet in staat zijn hem volledig te ontspannen => niet volledig geledigde blaas => opstapeling bacteriën => blaasontstekingen

41
Q

Wat mag je NOOIT doen?

A

Een kind straffen bij een ongelukje.

42
Q

Welke problemen zijn er bij zindelijkheidsstraining?

A

Angst en terug onzindelijk worden

43
Q

Welke angsten kunnen er ontstaan?

Hoe ga je er mee om?

A
  • Angst om de controle te verliezen over het eigen lichaam
  • Angst om bewust iets af te staan uit het eigen lichaam (vaker bij stoelgang)
  • Angst van het toilet: meegezogen
    => begrip tonen en aantonen dat er niets eng of vies is aan het potje
44
Q

Waarom wordt je kind soms terug onzindelijk?

A
  • Door te vroege, gedwongen training: het is geforceerd en was niet eigen aan het kind dus het blijft niet lang
  • Koppigheid om hun zin te krijgen
  • Spanningen of gebeurtenissen
45
Q

Wat moet je doen om het terug zindelijk te maken?

A

Geduld en begrip hebben
Zacht aandringen
Eenvoudig beloningssysteem

46
Q

Wat is bedplassen? Welke leeftijd?

A

Bedplassen is als het kind tijdens de slaap onbewust urine verliest. Je mag die term pas gebruiken vanaf 7 jaar, daarvoor zijn ongelukjes nog normaal.

47
Q

Welke oorzaken bestaan er voor bedplassen?

A
  1. Te weinig productie van ADH ‘s nachts: te hoge nachtelijke urineproductie
  2. Hoge wekbaarheidsdrempel
  3. Te kleine blaascapaciteit
  4. Stress
48
Q

Welke gevolgen heeft bedplassen voor het kind?

A
BRON VAN SOCIALE UITSLUITING: 
- Risico op pesten en vernedering => taboe 
- Problemen bij sociale ontplooiing 
- Durven nergens blijven slapen 
- Slechte schoolresultaten
BIJ HET KIND 😢
- Frustratie 
- Stress
- Schaamte
- Ontgoocheling 
- Laag zelfbeeld
49
Q

Wat ga je eerst doet voor het behandelen?

A

Een afwachtende houding aannemen.

50
Q

Wanneer starten we pas met een behandeling?

A

Vanaf 7 jaar

51
Q

Hoe achterhaalt met de onderliggende oorzaak?

A
  • Onderzoek plaspatroon overdag
  • Onderzoek voedigsgewoontes
  • Onderzoek stoelganggewoontes
52
Q

Waarom onderzoeken ze ook de stoelganggewoontes?

A

Obstipatie kan de blaasactiviteit beïnvloeden

53
Q

Welke mogelijke behandelingen bestaan er?

A
  • Eenvoudige voorzorgen
  • Kalendermethode
  • Plaswekker
  • Geneesmiddelen
54
Q

Welke eenvoudige voorzorgen kan je nemen?

A
  • Praten (soms zijn ze gewoon bang in het donker)
  • Plassen voor het slapen
  • Geen luiers dragen maar goede matrasbeschermer
  • Kind laten meehelpen bij het verschonen van de lakens: meer betrokkenheid
55
Q

Minder drinken voor het slapen: helpt dit?

A

Nope

56
Q

Wat is de kalendermethode?

A

Gaat goed tussen 4 en 8 jaar.
Dagje droog = vakje inkleuren
10 vakjes = afgesproken beloning

57
Q

Waar moet je wel mee opletten bij de kalendermethode?

A

Als het niet lukt, niet te lang mee doorgaan.

Werkt demotiverend anders.

58
Q

Hoe werkt een plaswekker?
Hoe effectief is het?
Vanaf welke leeftijd?

A

Speciaal onderbroekje dat met wekker verbonden is.
Minste druppeltje => wekker gaat af en kind kan nog snel gaan plassen.
Het duurt enkele weken voordat het kind eraan went en er is dus niet direct verbetering.
Hoe langer gebruik, hoe snellere reactie (= conditionering)
70% is hierbij geholpen
Pas vanaf 8 jaar want het is nogal ingewikkeld.

59
Q

Wat doen geneesmiddelen?
Bij wie werken ze?
Hoe effectief zijn ze?

A

Ze zorgen voor een verminderde nachtelijke urineproductie. Helpen dus voor wie de nachtelijke urineproductie te hoog was maar toch wordt het kind niet volledig droog.
Als je het niet meer neemt begint het bedplassen vaak opnieuw.
Het is hoe dan ook de laatste keus.

60
Q

Hoeveel procent van de kinderen plast nog wel eens in zijn bed?

A

40% meisjes

60% jongens