Ziektes enzo Flashcards

1
Q

Slokdarmcarcinoom
aanvullend onderzoek

A

endoscopie slokdarm en maag met nemen van biopten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

Anorexia nervosa

Metabolisme mij ondergewicht?

A

erfelijke factoren, 14-16J, sluipend, restrictief of purgerend, verlies lichaamsmassa en orgaan functie, cognitieve disfunctie gem. 4-5 jaar

metabolisme: vertraagd, lichaam gaat in spaarstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

achalsie

A

geen goede relaxatie onderste sphincter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

pylorushypertrofie

A

sluitspier tussen maag en darm (obstructie)_

vaker jongens dan meisjes

niet gallig braken

EERSTE weken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Barrets slokdarm

A

distale deel plaveiselcel epitheel vervangen door cilindirisch klier epitheel, kans op adenocarcinoom toegenomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Zollinger Ellison syndroom

A

gastrine producerende tumor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

pancreatitis

symptomen
geeft verhoogd..
Meest voorkomende oorzaak

A

aanvallen van pijn, uitstralend naar rug, misselijkheid

verhoogd lipase

galstenen en alcohol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Coeliakie

behandeling/onderzoek

A

lactose en sucrose afwijkend door verstoorde darmfunctie

meteen stoppen met gluten en anti tissue glutaminase bepaling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

PSC

5 voornaamste klinische presentaties!!!

bloed

A

meest voorkomende darmaandoening hierbij is collitis ulcerosa

acute bacteriele cholangitis, cirrose gerelateerde complicaties, cholangiocarcinoom, colorectaal carcinoom, galblaas carcinoom

verhoogd leverenzymen (alkalisch fosfatase, gamma gt), antistoffen tegen mitochondrien, toegenomen IgM

vaker bij mannen 30-40J

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hemolytische anemie
wat is verhoogd en wat is verlaagd
mogelijke test

A

verlaagd haptoglobine (voor oorzaak DAT test, positief  auto-immuun hemolytische anemie)

De combinatie van bleekheid, geelzucht, laag Hb, verhoogd reticulocyten en verhoogd bilirubine past hierbij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Crigler Najjar

A

aangeboren stoornnis conjugatie proces in lever (binding glucoronzuur aan bilrubine, uitscheiding bilrubine in gal mogelijk)
o Type 1: volledige afwezigheid conjugatie vermogen
 Totaal bilirubine STERK VERHOOGD (zoals 480)
\

o Type 2: restactiviteit (medicijnen mogelijk stimuleren activiteit)
 Onderscheid  toediening phenobarbital: type 2 daling serum bilirubine
 Totaal bilirubine minder sterk verhoogd (zoals 180)

o Autosomaal recessief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

syndroom van Gilbert

A

verhoogde concentratie ongeconjugeerd bilirubine (onvermogen van lever om bilrubine uit te scheiden want enzym UGT werkt niet goed) (tot bilirubine stijgt niet zo sterk als crigler najjar
 Totaal bilirubine minder sterk verhoogd (zoals 180)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

choledocholitis

A

donkere urine, bewegingsdrang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Cholecystis

A

(koorts, leukocytose)
o Murphy sign  ontstoken galblaas (cholecystitis) (negatief  sluit niet uit)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
  • Echo abdomen
A

kan zowel cholecystitis als aanwijzingen voor choledocholithiasis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Primaire biliare cholengitis (PBC)

A

leverbiopsie (necrose kleinere galwegen) en AMA (anti mitochondriale antilichamen) getest
o Ook gekeken of er osteoperese is (want dan dat ook behandelen)
o PBC betere overleving ursodeoxycholzuur
o Jeuk en vermoeidheid

16
Q

Crohn
beeld

onderzoek bij perinale disteling

bijwerking van thiopurine meest voorkomend

verhoogde kans op wat bij dunne darm resectie

welk stofje testen dat aangeeft ontsteking

A

Intermitterend beeld waarbij normaal en ontstoken weefsel elkaar afwisselen, sprake van granulomateuze ontsteking, begint vaak in idiocaecale regio, alle wandlagen kunnen zijn aangetast door ontsteking, kan in hele maagdarmkanaal, verwijdering van aangedane delen  niet volledige genezing
o Crohn bijwerking bij hoge spiegels van een metaboliet van 6-mercaptopurine (thiopurine): leukopenie (meest voorkomend), beenmergtoxiciteit, pancreatitis, griepachtige verschijnselen, leverontsteking, lymfoom.
o Perianale fisteling  MRI endoanaal
o Dunen darm resectie  verhoogde kans op gal en nierstenen
o fecaal calprotectine is een stofje dat aangeeft dat er een ontsteking is

17
Q

Colitis ulcerosa

A

ontstaat op een plek en verspreidt zich continu of diffuus en oppervlakkig over de darm, begint vaak rechtszijdig in distale deel van dikke darm (met name rectum). Ontsteking beperkt tot mucosa. Verwijderen van aangedane segmenten  volledige genezing
o Verergerde colitis ulcerosa in remissie brengen  infliximab

18
Q

choledocholithiasis

A

galstenen in choledochus, wisselende icterus en pijnlijke galblaas

19
Q

jeuk bij cholestase arm?

A

ophoping jeukstoffen in gal

20
Q

Sikkelziekte

laatste jaren ontwikkeling waardoor betere overleing welke?

A

antibiotica en vaccineren

o Verhoogde kans op infectie door aspleni (milt verwijdert of niet goed werkend)
o mutatie HBB-gen Beta globine eiwit, (deel van Hb molecuul) zuurstof transportatie. Normale beta glibine eiwit wordt vervangen door abnomaal HbS neiging samen klonteren  rare sikkelcel vorm minder flexibel  blokkades bloedvaten (pijn, schade, complicaties. Normaal HbF (gamma ketens) en HbA (beta ketens) geproduceerd door erytrocuten. HbS heeft geen delta ketens

21
Q

meest voorkomede complicatie helicobactor infectie?

A

atrofische gastritis

22
Q

CF

aanvullend onderzoek

A

defect eiwit, speelt rol bij regulatie zout- en watertransport over celmembraan. Verminderde secretie bicarbonaat door pancreas (eiwit verstoort afscheiding in pancreas hiervan). Verhoogde zuurgraad in dunne darm en kan ontwikkelen pancreatitis en malabsorptie
o Aanvullend onderzoek: fecale elastase bepaling om exocriene pancreas functie te bepalen

23
Q
  • Erfelijke hemochromatose (verstoorde hormonale regulatie van opname ijzer in proximale dunne darm

welke concentratie hoog en welke laag

A

Mutatie in gen HFE

Hormoon reguleert ijzer opname in proximale dunne darm hepsidine

Transferrine: binding en transport van ijzer in de bloedbaan, noodzakelijk voor opname van ijzer door cellen via transferrine receptor

Transferrine saturatie in hemochromatose patiënten verhoogd doordat, verhoogde opname van ijzer in darm. Opgenomen ijzer bindt aan transferrine eiwite. Dit ijzer gebonden transferrine accumeleert in circulatie.

door mutatie HFE gen: lage hepcidine concentratie en hoge transferrine saturatie

24
Q

Pernicieuze anemie

A

o Antistoffen tegen parietale stellen, tekort aan intrinsic factor, vitamine B12 deficientie, verminderde maagzuurproductie
o antistoffen tegen pariëtale cellen  cellen vernietigd verminderde maagzuurproductie (maar wel nog gastrine dus).
o (ook hierdoor tekort aan intrinsic factor wat nodig voor vitamine B12 absorptieanemie)
o Juist niet zuur

25
Q

Hemolytische anemie

A

verlaagd haptoglobine (voor oorzaak DAT test, positief  auto-immuun hemolytische anemie)
o De combinatie van bleekheid, geelzucht, laag Hb, verhoogd reticulocyten en verhoogd bilirubine past hierbij

26
Q

Welke waardes meten voor bepalen hemolyse

hemolyse oorzaak van icterus

A

Hb, reticulocyten, haptoglobine, LDH en ongeconjugeerd bilirubine

verlaagd bilirubine

27
Q

Adenocarcinonoom van oesophagus ontstaat meestal waar

A

distale deel oesophagus

28
Q

Pancreaskopcarcinoom

A

icterus, jeuk, gewichtsverlies, DMII, vergrote galblaas (drukt ductus dicht en gal kan niet meer galblaas uit)

29
Q

galwegobstructie

A

afvalstoffen (zoals bilirubine) uit galvloeistof hopen zich op in lever en komen terecht in bloed. Dit is geconjugeerd bilirubine????

30
Q

Diarre maar geen verdenking IBD

A

feces kweken

31
Q

lever cirrose

A

icterus (geelzucht), verhoogde bilirubine niveaus, verhoogde leverenzymen (ALAT, ASAT, alkalische fosfatase, gamma GT), gewichtsverlies en splenomegalie

SPLENOMEGALIE

32
Q
A