OVerige Flashcards

1
Q

Chorda tympani

A

smaak en sensibiliteit voorste deel tong, parasympathische aansturing speekselklieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

papillae
fungiformes
circumvallatae
foliaetae
filiformes

A

o Fungiformes: smaakbekers aan bovenzijde (niet te zien in preparaat)
o Circumvallatae: grote papillen, omgeven door smaakgroeve met smaakorgaan aan zijkantjes, (groter dan fungiformes), midden of achterin tong, vierkantere vorm
o Foliaetae: bolvormige papillen met gangetjes erin, smaakbekertjes aanzijkant, zijkant tong (niet te zien in preparaat)
o Filiformes: draadvormig, boven tong op uitstekende papillen (maken tong ruw), geen smaakorgaantjes, helpen voedsel wegduwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Door diafragma

A

aorta, oesophagus, vena cava inferior

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

eetfases
cephale fase
gastrale fase
intestinale fase

A

o Cephale fase: zien, ruiken, voelen voedsel,  stimuleert zuursecretie

o Gastrale fase: rek van maagwand en ontstaan afbraakproducten  stimuleert maagzuurproductie
 Bicarbonaat uitscheiding gastrale fase: acetylcholine
o
Intestinale fase, enkel klein effect maagzuurremming
 Vetzuren en secretine stimuleren secretie bicarbonaat
 Vetzuren stimuleren CCK afgifte
 Vetzuren en acetylcholine stimuleren secretie bicarbonaat?????

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

D cel

A

afgifte somastotatine, remming zuursecretie
onder invloed zuurgraad maag (pH 1)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

G cel

A

afgifte gastrine onder invloed maaginhoud mechanische rek maagwand, peptiden en aminozuren (stimulus), n.vagus kan ook stimuleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Vagotomie
remming van wat

A

activatie G-cellen en EC-cellen

(Bijkomend effect: vagale reflex pancreas geeft enzymen af als voorbereiding verdere vertering voedsel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

trypsinogeen uit trypsine hoe

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly