Ziektebeeld hersenen - Pijn Flashcards

1
Q

Welke 4 soorten pijn zijn er?

A

Nociceptieve pijn, neuropatische pijn, acute pijn, chronische pijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is nociceptieve pijn?

A

Pijn dat wordt veroorzaakt door schade of dreigende schade van weefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is neuropatische pijn?

A

Pijn dat wordt veroorzaakt door een zenuw die klachten geeft (zenuwpijn)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is acute pijn?

A

Hetis een kortdurende pijn en de oorzaak is meestal weefselbeschadiging dat net is ontstaan of dreigt te ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is chronische pijn?

A
  • langer bestaan de pijn vanaf 3 maanden
  • de oorsprong van de pijn is al weg
  • moeilijk behandelbaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn voorbeelden van een NSAID?

A

ibuprofen, naproxen, diclofenac

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een voorbeeld van een zwak opioïd?

A

Tramadol (meestak in combinatie met NSAID of paracetamol)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn voorbeelden van een sterk opioïd?

A

morfine, oxycodon, fentanyl

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe wordt de pijn bestrijdt?

A

medicamenteus of invasief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is medicamenteuse pijnbestrijding?

A

WHO pijnladder bij nociceptieve pijn en bepaalde anti-epileptica of antidepressiva tegen neuropatische pijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is invasieve pijnbestrijding?

A

Hierbij wordt de zenuw met injecties of elektro-blokkade ongevoelig gemaakt.

  • Medicatie wordt ingespoten op de plek waar de pijn zit en zenuw wordt verdooft met medicatie.
  • TENS (transcutane elektrische zenuwstimulatie) –> geeft tegenpikkels waardoor het pijnsignaal niet wordt doorgegeven doormiddel van een TENS apparaat en er ontstaat een storing van de zenuwgeleiding, het zorgt ervoor dat u de pijnprikkels minder ervaart.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de ladder van chronische pijn?

A

Nociceptie –> Pijngewaarwording –> Pijnbeleving –> Pijngedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is nociceptie?

A

Nociceptieve pijn ontstaat door schade aan weefsel. Deze pijn verdwijnt meestal als de verwonding of ontsteking is genezen.–> De pijn wordt door het lichaam waargenomen en er gaat een signaal naar de hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is pijngewaarwording?

A

Iemand merkt de pijn op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de pijnbeleving?

A

De pijn krijgt een waardeoordeel door de persoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is pijngedrag?

A

De persoon toont bepaald gedrag om om te gaan met de pijn en om eventuele toename van de pijn te vermijden

17
Q
A