Zenuwen Flashcards

1
Q

aangezicht, motorisch

A

n. facialis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

aangezicht, sensibel

A

n. trigeminus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

n. trigeminus

A

n. optothalamicus
n. maxillaris
n. mandibularis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

innervatie achterhoofd hals

A

motorisch en sensibel: spinale wortels C2, C3, C4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

innervatie arm/hand

A

C5-T1 –> plexus brachialis –> sclaneuspoort –>:

n. axillaris
n. musculocutaneus
n. radialis
n. medianus
n. ulnaris

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

n. axillaris

A

v: in de okselholte
m: m. deltoideus –> abductie art. humerus
s: schoudergebied (lateraal)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

n. musculocutaneus

A

v: ventraal tussen biceps en brachialis naar kleine takje ventraal in onderarm
m: m. coracobrachialis, m. biceps brachii, m. brachialis –> anteflexie art. humeri, flexie art. cubiti
s: onderarm ventraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

n. radialis

A

v: via mediaal nar dorsaal in de bovenarm, verloop diep dorsaal
m: spieren dorsaal –> supinatie art. radioulnaris, extensoren art. cubiti, dorsaalflexoren art. manus, extensoren vingers
s: dorsaal (beetje lateraal) hand, onderarm en stukje bovenarm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

n. medianus

A

v: ventraal (in mediaan) , boog vanaf duim
m: : spieren lateroventraal in de onderarm –> pronatie, palmairflexoren art. manus (lateraal), flexoren vingers (lateraal), flexoren en abductoren duim
s: palmzijde duim, (topjes) wijsvinger en middelvinger en helft ringvinger + laterale deel handpalm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

n. ulnaris

A
v: Bovenarm: mediaal
Elleboog: doorsaal langs epicondylus medialis
Onderarm: ventraal (mediaal)
Pols: ventraal door carpale tunnel
Hand: ‘boog’ vanaf pinkzijde

m: spieren medioventraal in de onderarm –> palmairflxoren art. manus pinkzijde, flexoren vingers pinkzijde, ab- en adductoren vingers, adductor duim
s: pink en helft ringvinger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

innervatie nek/romp motorisch

A

n. accesorius + spinale wortels cervicaal en lumbaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

innervatie nek/romp sensorisch

A

spinale wortels cervicaal, thoracaal en lumbaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

innervatie been

A

L2-S3 –> plexus lumbosacralis –> 5 nervi:

  1. n. gluteus superior
  2. n. gluteus inferior
  3. n. femoralis
  4. n. obturatorius
  5. n. ischiadicus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

n. gluteus superior

A

v: direct naar m. gluteus medius en minimus
m: abductoren art. coxea
s: bilgebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

n. gluteus inferior

A

v: direct naar gluteus maximus
m: retroflexie art. coxea
s: bilgebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

n. femoralis

A

v: ventraal in bovenbeen + sensibele tak onderbeen
m: m. quadriceps –> anteflexie heup en extensie knie
s: ventromediaal bovenbeen, onderbeen en voet

17
Q

n. obturatorius

A

v: mediaal in bovenbeen + sensibele tak onderbeen
m: addauctoren heup
s: liesgebied

18
Q

n. ischiadicus

A

v: Bovenbeen: dorsaal
Onderbeen/voet: dorsaal en ventraal

m: alle andere functies
s: alle andere gebieden