Zelfstudie 5: zenuwen in de onderste extremiteit Flashcards
Welke zenuwen beperken hun motorische effecten tot het bovenbeen?
n. femoralis en n. obturatorius (+ nn. gluteï)
Wat is de nervus saphenus?
Dat is een sensorische huidtak van de n. femoralis die halverwege de canalis adductorius (Hunter) door de fascie heen breekt en de gehele mediale zijde van het onderbeen innerveert.
Wanneer een patiënt problemen heeft met het strekken of buigen van de knie, bij welke zenuwen zoek je dan de oorzaak?
strekken? –> N. femoralis
buigen? –> N. ischiadicus
Als je de patiënt vraagt op zijn tenen te gaan staan, en hij blijkt het niet te kunnen: zou dat een probleem met de n. peroneus profundus kunnen zijn?
kan, maar wel onlogisch n. peroneus profundus innerveert extensoren (o.a. m. tibialis anterior), deze verzorgen dorsiflexie en bij het op de tenen gaan staan hebben we Plantairflexie nodig.
Welke spiergroep wordt door de n. femoralis geïnnerveerd?
Uit welke ruggenmergsegmenten vindt deze innervatie plaats?
Welk huidgebied in het onderbeen wordt vanuit de n. femoralis geïnnerveerd?
Hoe denkt u uitval van de n. femoralis op het spoor te komen?
extensoren van de knie (+ flexor van de heup) + m. sartorius + deel van de iliopsoas.
L2 t/m L4
mediale zijde
kniepeesreflex
Welke spiergroep wordt door de n. peroneus geïnnerveerd?
Uit welke ruggenmergsegmenten vindt deze innervatie plaats?
Welk huidgebied in het onderbeen wordt vanuit de n. femoralis geïnnerveerd?
Hoe denkt u uitval van de n. femoralis op het spoor te komen?
A. Superficiale deel
peroneusloge
L4 t/m S2
laterale zijde + voetrug
huidgebieden aanprikken (patiënt vragen voet te everteren)
B. Diepe deel
extensorloge
L4 t/m S2
gebiedje tussen hallux en phalanx II
patiënt vragen tenen omhoog te trekken