Zelfstudie 1: Bewegen Flashcards

1
Q

Wat is flexie?

A

buigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is extensie?

A

strekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is anteflexie?

A

naar voren strekken ledemaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is retroflexie?

A

naar achteren strekken ledemaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is dorsaal-/dorsiflexie?

A

voet beweegt opwaarts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is plantairflexie?

A

voet beweegt in richting de voetzool

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is palmairflexie?

A

hand beweegt richting de handpalm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is abductie?

A

beweging van de middellijn af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is adductie?

A

beweging naar het midden van het lichaam toe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is supinatie?

A

handpalm naar voren vanuit neutrale stand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is pronatie?

A

handpalm naar achteren vanuit neutrale stand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is inversie?

A

beweging voetzool naar binnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is eversie?

A

beweging voetzool naar buiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is exorotatie?

A

rotatie van een ledemaat weg van de middellijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is endorotatie?

A

rotatie van een ledemaat naar de middellijn toe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waar zit, naast in het heupgewricht, nog meer een kop-kom (ball and socket) verbinding in het lichaam?

A

In de schouder, het glenohumerale gewricht

17
Q

Wat is een zadelgewricht? Waar bevindt er zich één in het lichaam?

A

een gewricht dat bestaat uit twee op elkaar gelegen zadelachtige elementen die langs twee vlakken kunnen bewegen.

In de schouder bevindt zich het sternoclaviculaire gewricht.

18
Q

Wat is het radiocarpaal gewricht en tot welk type gewricht gewricht behoort dit?

A

Het radiocarpale gewricht is het polsgewricht. Het is een ellipsoïd gewricht en bevindt zich tussen de radius en proximale rij polsbotjes (scaphoid, lunatum en triquetrum).

Het gewrichtsvlak wordt naar de ulnaire zijde verbreed door de plaatsing van een discus articularis tussen ulna en triquetrum.

19
Q

Tot welk type zou je de gewrichten tussen de wervellichamen kunnen typeren?

A

Vlakke gewrichten; platte gewrichten

20
Q

Noem verschillen tussen bewegingen in het kniegewricht en het ellebooggewricht.

A

Kniegewricht: flexie en extensie; bij gebogen knie ook exorotatie en endorotatie van het onderbeen.

Ellebooggewricht: alleen flexie en extensie.
Met de radio-ulnaire gewrichten erbij ook het toestaan van pronatie-supinatie. Let op, de richtingen van flexie en extensie zijn omgedraaid bij beide gewrichten.

21
Q

Wat zijn de zygapophysiale gewrichten en tot welk type gewricht behoren ze?

A

Het zijn de vlakke gewrichtjes tussen de wervels; de facetgewrichten.