Words 4 Flashcards
afgesproken
agreed
afspraak, de
appointment
baan, de
job
bericht, het
message
gefeliciteerd
congratulations
blij
happy
feestje, het
party
februari
February
feliciteren
to congratulate
jarig
birthday (having a)
gauw
soon
geleden
ago
januari
January
klinken
to sound
misschien
maybe
krijgen
to receive/get
net
just
nieuws, het
news
succes, het
success
vandaag
today
uitnodiging, de
invitation
vanavond
tonight
verjaardag, de
birthday
volgend
next
zeker
certainly/sure
bellen
to call (phone)
blijven
to stay
begrijpen
to understand
avond, de
evening
beginnen
to start
bier, het
beer
keer, de
time (occasion)
echt
real/actually
die
that
deze
this
eten
to eat/food
genoeg
enough
gezellig
cozy/nice
heel
very
later
later
lawaai, het
noise
luisteren
to listen
rustig
calm/quiet
uitnodigen
to invite
alweer
again
vakantie, de
vacation/holiday
vrijdag
Friday
voetbal, het
football/soccer
jas, de
coat
weg
away
weer
weather/again
bezoek, het
visit
binnenkomen
to come in
drinken
to drink
eruitzien
to look like
huilen
to cry
geven
to give
heel
very
lachen
to laugh
horen
to hear
klein
small
jongen, de
boy
koffie, de
coffee
lief
sweet/nice
zelf
self
melk, de
milk
moe
tired
suiker
sugar
slapen
to sleep
thee, de
tea
zonder
without
zitten
to sit
alles
everything
zwart
black
daar
there
groet, de
greeting
een beetje
a little bit
bezig
busy
beterschap
get well
broer, de
brother
eindelijk
finally
druk
busy/pressure
lekker
tasty/nice
moeder, de
mother
lopen
to walk/run
prima
great/fine
paracetamol, de
paracetamol
morgen
tomorrow
vriend, de
friend (male)
steeds
continuously
vervelend
annoying
vriendin, de
friend (female)
waarom
why
warm
warm
weer, het
weather
worden
to become
ziek
sick/ill
zo
so
zon, de
sun
zus, de
sister
