woordjes F-N Flashcards
1
Q
reprendre
A
opnieuw beginnen met
2
Q
en boîte
A
in / naar de disco
3
Q
sans doute
A
waarschijnlijk
4
Q
rigoler
A
lol maken
5
Q
terminer
A
aflopen eindigen
6
Q
grave
A
ernstig
7
Q
convaincre
A
overtuigen
8
Q
épuisant
A
uitputtend
9
Q
monter la tente
A
de tent opzetten
10
Q
le contraire
A
het tegenovergestelde
11
Q
rassurer
A
geruststellen
12
Q
tomber amoureux / amoureuse
A
verliefd worden
13
Q
la confiance
A
het vertrouwe
14
Q
fils / fille unique
A
enig kind
15
Q
le texto
A
de sms