woordjes caput 2 Flashcards
amavi; amatum
amare -o beminnen; houden van
monui; monitum
monere -eo waarschuwen
texi; tectum
tegere -o bedekken; beschermen
audivi; auditum
audire -io horen; luisteren naar
cepi; captum
capere -io (in)nemen
dixi; dictum
dicere -o zeggen; spreken
duxi; ductum
ducere -o leiden
feci; factum
facere -io doen; maken
fui; -
esse, sum zijn; bestaan
potui,-
posse, possum kunnen
ii; itum
ire, -eo gaan
volui
velle, volo willen
nolui
nolle; nolo niet willen
malui
malle; malo liever willen
tuli; latum
ferre; fero dragen;brengen
dolus
doli m de list
ventus
venti m de wind
ara
arae v het altaar
gratia
gratiae v de charme; het aanzien; de dank
oraculum
oraculi o het orakel
laetus
-a -um vrolijk
maestus
-a -um treurig
sacer
sacra; sacrum heilig; gewijd
auctor
auctoris m de dader
sacerdos
sacerdotis m de priester
condicio
condicionis v de voorwaarde; de toestand
difficilis
-; difficile; difficilis moeilijk
steti; statum
stare -o staan; blijven staan
errare
-o zwerven; zich vergissen
navigare
-o varen
respondi; responsum
respondere -eo antwoorden
desii; desitum
desinere -o ophouden
exegi; exactum
exigere -o uitdrijven; eisen; voltooien
posui; positum
ponere -o plaatsen; neerleggen
solvi; solutum
solvere -o losmaken; bevrijden; betalen
traxi; tractum
trahere -o trekken; rekken
cecidi; caesum
caedere -o hakken; doden
ieci, iactum
iacere -io werpen
rapui; raptum
rapere -io grijpen; roven
tam
bijwoord zo; zozeer
gloria
gloriae v de roem
appellare
-o aanspreken; noemen
dedi; datum
dare -o geven
iuvi; iutum
iuvare -o helpen
ornare
-o versieren; in orde brengen
vetui; vetitum
vetare -o verbieden
apparere
-eo verschijnen; blijken
complevi; completum
complere -eo vullen
exercere
-eo oefenen
iussi; iussum
iubere -eo bevelen
mansi; mansum
manere -eo blijven
movi; motum
movere -eo bewegen; beïnvloeden
tenui; tentum
tenere -eo vasthouden
abdidi; abditum
abdere -o verbergen
egi; actum
agere -o voortdrijven; doen
cessi; cessum
cedere -o gaan; wijken
coegi; coactum
cogere -o bijeenbrengen; dwingen
cucurri; cursum
currere -o lopen
misi; missum
zenden; laten gaan
commisi; commissum
committere -o begaan; toevertrouwen; beginnen
promisi; promissum
promittere -o beloven
tetendi; tentum
tendere -o spannen; streven; gaan
defendi; denfensum
defendere -o afweren; verdedigen
sensi; sensum
sentire -io voelen; merken; menen
fugi
fugere -io ontvluchten
sivi
voegwoord hetzij; of als
taurus
tauri m de stier
vir
viri m de man
hasta
hastae v de lans
patria
patriae v het vaderland
membrum
membri o het lid
miser
misera, miserum ongelukkig
parvus
-a -um klein
quantus
-a -um hoe groot?; zo groot als
socius
-i de bondgenoot; de deelgenoot
arx
arcis v de burcht
classis
classis v de vloot
vis
geen gen. v de kracht; het geweld
mare
maris o de zee
moenia
moenium o mv de stadsmuren
scelus
sceleris o de misdaad
certare
-o strijden
iactare
-o slingeren
solere
-eo gewoon zijn
vidi; visum
videre -eo zien
accidit
accidere -it het gebeurt
incendi; incensum
incendere -o in brand steken
occidi; occisum
occidere -o doden
petivi; petitum
petere -o gaan naar; vragen
numquam
bijwoord nooit
procul
bijwoord ver; van ver
contra+acc
voorzetsel tegenover
intra+acc
voorzetsel binnen
ecce!
tussenwerpsel kijk!
postquam
voegwoord nadat
invidia
invidiae v de jaloezie; de haat
vexare
-o kwellen; plagen
metui; metutum
metuere -o vrezen
ostendi; ostentum
ostendere -o tonen
rui; rutum
ruere -o vooruitstormen; instorten
vici; victum
vincere -o overwinnen; overtreffen
inveni; inventum
invenire -io vinden; ontdekken
veni; ventum
venire -io komen
propter+acc
voorzetsel wegens
composui; compositum
componere -o samenplaatsen; opstellen
consedi; consessum
considere -o gaan zitten
conveni; conventum
convenire -io samenkomen; overeenkomen
corripui; correptum
corripere -io vastgrijpen; meesleuren
providi; provisum
providere -eo voorzien; zorgen voor
processi; processum
procedere -o vooruitgaan
profui
prodesse -sum+dat nuttig zijn
reddidi; redditum
reddere -o teruggeven; maken tot
redii; reditum
redire -eo terugkeren
rettuli; relatum
referre -fero terugbrengen; rapporteren
callidus
-a -um sluw
timidus
-a -um bang
caput
capitis o het hoofd; het hoofdstuk
damnare
-o veroordelen
haud
bijwoord helemaal niet
reliquus
- a -um overig
appropinquare
-o +dat naderen
vinxi; vinctum
vincire -io binden; boeien
una
bijwoord samen
rex
regis m de koning
regina
reginae v de koningin
regia
regiae v het paleis
regnum
regni o het koninkrijk; de heersschappij
regius
-a -um koninklijk
regio
regionis v de streek
regnare
-o heersen