woordenstroom 3 Flashcards
aberratie
(geestelijke) afdwaling, afwijking
(geestelijke) afdwaling, afwijking*
aberratie
absurdistisch
het absurde opzettelijk aanwendend
het absurde opzettelijk aanwendend*
absurdistisch
amalgaam
legering van metaal met kwik
legering van metaal met kwik*
amalgaam
antipode
tegenvoeter
tegenvoeter*
antipode
banaal
te alledaags, plat
te alledaags, plat*
banaal
biologeren
hypnotiseren, iemand onder eigen invloed brengen -> geen eigen wil meer
hypnotiseren, iemand onder eigen invloed brengen -> geen eigen wil meer*
biologeren
column
regelmatige bijdrage aan dagblad
regelmatige bijdrage aan dagblad*
column
constellatie
stand van hemellichamen/ zaken
stand van hemellichamen/zaken*
constellatie
conventie
overeenkomst, vergadering
overeenkomst, vergadering*
conventie
decadentisme
stijl van groep decadente (= zeer verfijnd maar zonder morele kracht) schrijvers/kunstenaars
stijl van groep decadente (= zeer verfijnd maar zonder morele kracht) schrijvers/kunstenaars*
decadentisme
expliciet
uitdrukkelijk, letterlijk zo gezegd
uitdrukkelijk, letterlijk zo gezegd*
expliciet
expositie
tentoonstelling
tentoonstelling*
expositie
graphic novel
stripverhaal uitgegeven in boekvorm
stripverhaal uitgeven in boekvorm*
graphic novel
hydraulisch
werkend door vloeistof
werkend door vloeistof*
hydraulisch
icoon
geschilderde afbeelding van heilige, die bepaald tijdperk belichaamt
geschilderde afbeelding van heilige, die bepaald tijdperk belichaamt*
icoon
incidenteel
toevallig, nu en dan
toevallig, nu en dan*
incidenteel
intertekstualiteit
het naar elkaar verwijzen van teksten
het naar elkaar verwijzen van teksten*
intertekstualiteit
legio
ontelbaar
ontelbaar*
legio
Leviathan
bijbels monster uit de oertijd
bijbels monster uit de oertijd*
Leviathan
mecenas
iemand die kunstenaars geldelijk steunt
iemand die kunstenaars geldelijk steunt*
mecenas
neologisme
nieuw ge- of vervormd woord
nieuw ge- of vervormd woord*
neologisme
neurose
door psychische factoren veroorzaakt lichamelijk lijden
door psychische factoren veroorzaakt lichamelijk lijden*
neurose
Opperlands
beschouwen van Nederlands, zonder waarde te hechten aan betekenis van woorden, spelen met woorden
beschouwen van Nederlands, zonder waarde te hechten aan betekenis van woorden, spelen met woorden*
Opperlands
pictogram
mededeling in vorm van afbeelding
mededeling in vorm van afbeelding*
pictogram
prominent
vooraanstaand
vooraanstaand*
prominent
redacteur
iemand die redigeert, lid van redactie
iemand die redigeert, lid van redactie*
redacteur
schier
bijna
bijna*
schier
semantisch veld
groep woorden die samenhoren
groep woorden die samenhoren*
semantisch veld
signatuur
aard, karakter
aard, karakter*
signatuur
sjabloon
uitgesneden blad waarde je figuren kan namaken
uitgesneden blad waarde je figuren kan namaken*
sjabloon
symbolisme
richting die geloofsvoorspelling symbolisch opvat/ kunstrichting, letterkunde
richting die geloofsvoorspelling symbolisch opvat/ kunstrichting, letterkunde*
symbolisme
transformeren
omvormen
omvormen*
transformeren
verbasteren
oorspronkelijke betekenis of vorm verliezen
oorspronkelijke betekenis of vorm verliezen*
verbasteren
virtuositeit
hoogste vaardigheid in een kunst
hoogste vaardigheid in een kunst*
virtuositeit
zich distantiëren
afstand nemen van persoon, mening, handelwijze
afstand nemen van persoon, mening, handelwijze*
zich distantiëren