woordenstroom 2 Flashcards

1
Q

altruïstisch

A

menslievend, onzelfzuchtig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

menslievend, onzelfzuchtig*

A

altruïstisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

anagram

A

door letterverplaatsing ontstaan woord uit ander woord (pas -> sap)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

door letterverplaatsing ontstaan woord uit ander woord (pas -> sap) *

A

anagram

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

anatomie

A

bouw van menselijk lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

bouw van menselijk lichaam*

A

anatomie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

anekdote

A

kort, leuk verhaal over gebeurtenis die verteller heeft meegemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

kort, leuk verhaal*

A

anekdote

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

broodtekst

A

hoofddeel van artikel, in aaneengesloten proza

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoofddeel van artikel, in aaneengesloten proza*

A

broodtekst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

corpus

A

alle verzamelde werken die bekend zijn op een bepaald gebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

alle verzamelde werken die bekent zijn op een bepaald gebied*

A

corpus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

demonstratief

A

opvallend, zodat iedereen het ziet/hoort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

opvallend, zodat iedereen het ziet/hoort*

A

demonstratief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

destructief

A

geneigd tot vernietigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

geneigd tot vernietigen*

A

destructief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

dito

A

hetzelfde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

hetzelfde*

A

dito

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

dreinerig

A

jankerig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

jankerig*

A

dreinerig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

empathie

A

meeleven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

meeleven*

A

empathie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

eponiem

A

woord gevormd op basis van iegenn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

woord gevormd op basis van eigennaam*

A

eponiem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

etymologie

A

afkomst van woorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

afkomst van woorden*

A

etymologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

executie

A

terechtstelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

terechtstelling*

A

executie

29
Q

extravert

A

open, naar buiten gekeerd

30
Q

open, naar buiten gekeerd*

A

extravert

31
Q

functioneel

A

doelmatig, niet overbodig

32
Q

doelmatig, niet overbodig*

A

functioneel

33
Q

hospitium

A

onderdak in late middeleeuwen voor reizigers, vaak klooster

34
Q

onderdak in late middeleeuwen voor reizigers, vaak klooster*

A

hospitium

35
Q

incident

A

vervelende gebeurtenis

36
Q

vervelende gebeurtenis*

A

incident

37
Q

intimideren

A

bang maken om iets gedaan te krijgen

38
Q

bang maken om iets gedaan te krijgen*

A

intimideren

39
Q

introvert

A

naar binnen, in zichzelf kerend

40
Q

naar binnen, in zichzelf kerend*

A

introvert

41
Q

materialistisch

A

verlangend naar geld en bezit

42
Q

verlangend naar geld en bezit*

A

materialistisch

43
Q

mime

A

woordloze vertolking van een rol, gevoelens door gebarenspel

44
Q

woordloze vertolking van een rol, gevoelens door gebarenspel*

A

mime

45
Q

observeren

A

aandachtig bekijken

46
Q

aandachtig bekijken*

A

observeren

47
Q

onomastiek

A

naamkunde

48
Q

naamkunde*

A

onomastiek

49
Q

palindroom

A

woord dat achteruit gelezen kan worden

50
Q

woord dat achteruit gelezen kan worden*

A

palindroom

51
Q

particulier

A

van individuele persoon

52
Q

van individuele persoon*

A

particulier

53
Q

polyglot

A

veeltalig

54
Q

veeltalig*

A

polyglot

55
Q

potsierlijk

A

bespottelijk, belachelijk

56
Q

bespottelijk, belachelijk*

A

potsierlijk

57
Q

pover

A

armoedig, tegenvallend

58
Q

armoedig, tegenvallend*

A

pover

59
Q

proloog

A

stuk tekst dat voorafgaat aan verhaal in boek of toneelstuk

60
Q

stuk tekst dat voorafgaat op verhaal in boek of toneelstuk*

A

proloog

61
Q

pseudoniem

A

schuilnaam

62
Q

schuilnaam*

A

pseudoniem

63
Q

spiritueel

A

geestelijk

64
Q

geestelijk*

A

spiritueel

65
Q

verwoed

A

fel, zeer enthousiast

66
Q

fel, zeer enthousiast*

A

verwoed

67
Q

verzilveren

A

omzetten in iets waardevols, ruilen tegen geld

68
Q

omzetten in iets waardevols, ruilen tegen geld*

A

verzilveren