woordenschat p 41 Flashcards
moderniteit
Moderne Tijd, of Nieuwste Tijd is de meest recente (grote) periode in de geschiedenis. een verzamelnaam voor vernieuwende stromingen in de kunsten en de westerse maatschappij
anti-modernisme
Kritisch begrip dat betrekking heeft op de neiging van denkers, kunstenaars, architecten en schrijvers om in opstand te komen tegen de vermeende theorieën en praktijken van de moderniteit en het modernisme.
neo-classicisme
een stroming in de kunst, waarin opnieuw de vermeende puurheid van de klassieken werd nagestreefd.
classicisme
een beweging die een terugkeer naar de klassieke Griekse en Romeinse voorbeelden voorstond.
romantiek
de gemoedstoestand van mensen die op emotioneel en/of erotisch vlak geestverwantschap ervaren met elkaar maar is ook een kunststroom
realisme
aandacht voor feit en realiteit en verwerping van het onpraktische en visionaire.
impressionisme
Term waarmee wordt aangegeven dat de kunstenaar de dingen niet weergeeft zoals ze objectief waarneembaar zijn, maar ze subjectief schildert volgens de indruk die ontstaat uit een kortstondige zintuigelijke waarneming, beïnvloed door licht, kleur en beweging.
art-nouveau
een Europese beweging, legde sterk de nadruk op de decoratieve kracht van lijnen en kleuren in de toegepaste kunst zoals boekomslagen, meubelen, glaswerk en binnenhuisarchitectuur.
kubisme
: afgevlakt volume, verwarrend perspectief, collage, meerdere standpunten, stilleven, analytisch, synthetisch.
expressionisme
tracht de kunstenaar zijn, of haar, gevoelens of ervaringen voor de waarnemer uit te drukken, door een zekere vervorming van de werkelijkheid.
surrealisme
boven de werkelijkheid staande kunst, visuele verbeeldingskracht losgemaakt van het verstand en de logica, waardoor het onderbewustzijn in staat is onthullende, suggestieve voorstellingen te scheppen.
