woordenschat p 36-37 Flashcards
1
Q
kolonialisme
A
bezetten en uitbuiten van gebieden door vestiging van de overheerser
2
Q
kinine
A
malariamiddel
3
Q
expansie
A
uitbreiding
4
Q
missionering
A
zendeling (christelijk of religieus)
5
Q
zieleheil
A
het geluk van de onsterfelijke ziel
6
Q
imboorlingen
A
oorspronkelijke bewoner van een land
7
Q
propaganda
A
alles wat wordt gedaan om aanhangers te winnen voor bepaalde (politieke) ideeën
8
Q
kolonisatoren
A
land dat een kolonie sticht
9
Q
inzake
A
wat betreft
10
Q
prestigepolitiek
A
politiek gebaseerd op aanzien, eer en gezag?
11
Q
autochtonen
A
oorspronkelijke bewoner
12
Q
regiment
A
legerafdeling
13
Q
vermaard
A
beroemd
14
Q
vreemdelingenlegioen
A
legereenheid behorend bij een bepaalde staat, die voornamelijk bestaat uit buitenlanders