Woordenschat 1e trimester Flashcards

1
Q

Adequaat

A

passend, op juiste manier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

baat bij hebben

A

Iets is je aan het helpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

basaal

A

eenvoudig, simpel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

cluster

A

geheel van bij elkaar horende dingen of personen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

component

A

een onderdeel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

divers

A

verschillend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

dystopie

A

denkbeeldige sameleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

fudamenteel

A

essentieel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

futuristisch

A

vreemd en heel modern
lijkt uit denkbeeldige tijd in toekomst te komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

geavanceerd

A

gevorderd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

integreren

A

het volledig maken van iets
samedoen tot geheel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

musiceren

A

zelf muziek maken door klanken voor te brengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

nader

A

met meer details

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

neiging

A

het gevoel om iets te doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

paragraferen

A

een groter tekstblok van bijhorende alinea’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

scala

A

een groot aantal, reeks

17
Q

trefwoorden

A

woord waarop men zoekt in woordeboek

18
Q

triviaal

A

alledaags, onbeduidend

19
Q

tussenpozen

A

pauzes

20
Q

verrichten

A

uitvoeren

21
Q

waardering

A

het hechten van waarden Aan iets

22
Q

zinvol

A

bruikbaar, wat voordeel met zich meebrengt