Woordenlijst hoofdstuk 4 - hond Flashcards

1
Q

Gewone hondendraf

A

Diagonaal

Er wordt ingetreden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geworpen hondendraf

A

Diagonaal

Verheven beenactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Rendraf

A

Diagonaal

Er wordt overgetreden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Gewone galop

A

Altijd 1 poot steunend op de grond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Spronggalop

A

2 zweeffasen

  • Gestrekt
  • Verzameld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Tanggebit

A

Snijtanden staan op elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Schaargebit

A

Bovenste snijtanden vallen over onderste

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Scheurkiezen/knipkiezen

A

P4 boven

M1 onder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Definitief volwassen gebit

A

6-7 maanden ouderdom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Gestroomd

A

Tijgerstrepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Ierse aftekening

A

Bont, met wit op muil, borst, voeten, staarttop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Harlekijn

A

Duitse Dog; wit met verschillende soorten zwarte vlekken

> Homozygoot is lethaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Gevlekt

A

Dalmatiër; vlekken hebben zelfde grootte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Gespikkeld

A

Bont! - 2 kleuren vlekken op witte ondergrond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Garnituur

A

Baard + snor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Gladharig

A

Korte haartjes direct tegen huid aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Stockharig

A

Korte haren rechtopstaand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Langstockharig

A

Kortharig!

Iets langere haren, niet per se rechtopstaand

19
Q

Ruwharig

A

Ruwe, ruige bovenvacht

Zachte, overvloedige ondervacht

20
Q

Draadharig

A

Garnituur!

Langer dan ruwharig

21
Q

Stekelharig

A

Ruw haar staat in stekels rechtop

22
Q

Middel(lang)harig

A

Lange haren, hangend naar beneden

> Sluik/krul/kroes…

23
Q

Hazenvoeten

A

Vlak en plat, lange tenen

24
Q

Kattenvoeten

A

Kort en steil

25
Q

Herdershonden en bouviers

A

Drijven
Bewaken
Opvoedbaar
Verveling

26
Q

Charbonée

A

Donkere schijn in lichte vacht

27
Q

Sabelkleurig

A

Goudgeel met donkere schaduw op uiteinden

28
Q

Schnauzers

A

Beschermend
Huistaken
Agressie tegen vreemden

29
Q

Pinschers

A

Waakzaam

Intelligent

30
Q

Molossers

A

Jacht op groot wild
Trouw
Gevoelig
Hoge prikkeldrempel

31
Q

Sennenhonden

A

Drijven
Bewaken
Opvoedbaar
Verveling

32
Q

Terriërs

A

Onvermoeibaar
Moedig
Wild onder de grond

33
Q

Teckels

A

Moedig
Doorzetting
Eigenwijs

34
Q

Noordse rassen

A

Oer
Zelfredzaam
Empathisch
Vriendelijk

35
Q

Staande rassen

A

Rustig
Discipline
Kleine groepen (of individueel)
Voorstaan, opstoten, apporteren, appèl

36
Q

Lopende rassen

A

Uithouding
Groep
Drijven en brakkeren
Speuren

37
Q

Brakkeren

A

Spoor volgen, blaffen naar jager locatie

38
Q

Apporteerhonden

A

Appèl
Retrievers
Spaniëls

39
Q

Creeping Spaniëls

A

Kruipen

Samen met prooi onder net

40
Q

Springer Spaniëls

A

Opstoten

Drijven

41
Q

Gezelschaps- of dameshondjes

A

Sociaal

Klein

42
Q

Windhonden

A

Jacht op zicht
Snel en wendbaar
Zelfstandig

43
Q

Drachtduur

A

2 maanden