Woordenlijst hoofdstuk 3 Flashcards

1
Q

Pink

A

1-jarig dier, bestemd om bevrucht te worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Vaars

A

Dekrijp dier of drachtig voor 1e maal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Schot/Munt

A

Dier heeft reeds 1 maal gekalfd, wordt niet meer drachtig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Koe

A

Dier heeft reeds meerdere malen gekalfd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Tandformule rund melkgebit

A

x x 3Pd

4Id x 3Pd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Tandformule rund blijvend gebit

A

x x 3P 3M

4I x 3P 3M

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wisselen van I1

A

22 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wisselen van I2

A

30 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wisselen van I3

A

38 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wisselen van I4

A

46 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Vroegrijp vleestype

A

Engels

> Kort, klein, compact, vroege vetaanzet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Laatrijp vleestype

A

Frans, Italiaans

> Lang, groot, later vetaanzet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Cossum

A

Huidplooi aan borst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Musculaire hypertrofie

A

Dikbilrund - volumetoename spieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Musculaire hyperplasie

A

Toename aantal spiervezels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Karkaskwaliteit

A

Volvlezigheid (conformatie) + Magerheid
> Levend bepalen (grepen)
> Dood bepalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Vanggreep

A

Liesplooigreep

> Vlees- en vetgreep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Buikgreep

A

Buikgreep en controle van de navel (bij kalf)

> Vetgreep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Lendengreep

A

Vleesgreep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Staartgreep

A

Vetgreep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

SEUROP

A
> Beoordeling van het karkas 
Superieur
Excellent
Zeer goed
Goed
Vrij goed
Middelmatig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Stoothoornen

A

Staan teveel naar boven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Slofhoornen

A

Staan teveel naar beneden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Melksleuf

A

Gespleten schoft

> Vnl. bij melkvee vanwege geringe bespiering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Friese knoop
Lokaal bultje op rug | > Vanwege uitstekende spinaaluitsteeksels
26
Bovenste melkkuiltjes/melknapjes
Spinaaluitsteeksels staan verder uit elkaar; huid spant hierover (weinig bespiering)
27
Zadelrug
Soms door te snelle groei | > Is normaal bij dracht
28
Karperrug
Normaal bij dikbil, i.c.m. afhangend kruis | Wijst op achterbeenletsels bij melkvee (slijtage)
29
Kruishoogte
Afstand tussen bodem- en bovenlijn kruis
30
Heupigheid
Heupbenen steken teveel uit | > Is normaal bij melkvee
31
Koekoeksgaten
Holten tussen zitbeenknobbels/kruis/staartinplanting
32
Pistoolsnede
Gedeelte van het karkas met meeste/beste vlees
33
Vleesproductie-eigenschappen
Groei Voederconversie Uitslachtingspercentage Karkasrendement
34
Groei vleesrund
Gemiddelde dagelijkse gewichtstoename
35
Voederconversie
Hoeveelheid standaardvoer nodig voor 1 kg lichaamsgewicht
36
Uitslachtingspercentage
Nuchter slachtrendement | > Koud karkasgewicht/95% levend gewicht
37
Karkasrendement
Gewicht spiervlees/koud karkasgewicht
38
Melkproductieparameters
Kg melk | Melksamenstelling in % en kg
39
kg Melk
Per koe in eerste 305 dagen van lactatie
40
Melksamenstelling
``` Vetgehalte Eiwitgehalte kg Melkeiwit kg Melkvet kg Melkeiwit + melkvet ```
41
Gemiddeld vetgehalte melk
4,3%
42
Gemiddeld eiwitgehalte melk
3,4%
43
kg Melkeiwit/Melkvet
= Per koe in 1 lactatie | kg melk x % melkeiwit/-vet
44
Normale vormen uier
Doosuier | Kogeluier
45
Dam
Streek tussen uier, vulva en binnenkant billen
46
Wilduier
Klein, weinig klierweefsel, meestal lange grove haren
47
Vet- of vleesuier
Groot genoeg, teveel vet of bindweefsel, te weinig klierweefsel
48
Spitse uier
Hangt laag door, maar is te kort (loopt niet ver genoeg door naar navel)
49
Hanguier
Goed ontwikkeld, maar hangt te laag door
50
Scheve uier
1 kwartier geeft MINDER melk
51
Onkant uier
1 kwartier geeft GEEN melk
52
Buikuier
Voorkwartieren meer ontwikkeld dan achterkwartieren
53
Schenkeluier
Achterkwartieren meer ontwikkeld dan voorkwartieren
54
Geitenuier
Extreme vorm schenkeluier (vaak met grote tepels)
55
Gespleten uier
Groef in de lengte, duidelijke begrenzing kwartieren
56
Maximale melksnelheid
Grootste hoeveelheid melk die binnen de gunstigste minuut de uier verlaat
57
Driespeen/tweespeen
1 of 2 tepels laten geen melk door
58
Vleestepels
Lang en dik (teveel vulling tepelhouders)
59
Potloodtepels
Lang en dun (te weinig vulling tepelhouders)
60
Bolvormige tepels
Kort en dik
61
Windtepel
Flesvormig, lang, slap, smallere basis
62
Geitenspeen
Sterk vergrote basis, normale lengte
63
Steekspeen
Verkeerde richting (naar voren/naar buiten)
64
Tepelrozet
Endotheel naar buiten gezogen via slotgat; ontstaan wratachtig weefsel
65
Pneumovagina
Vanwege scheur in vulva niet gesloten | > Lucht kan binnendringen
66
Slecht gesloten aars
Roze/rode mucosa zichtbaar | > Wijst op diarree
67
Kruisklauw/schaarklauw
Toppen groeien over elkaar heen
68
Snavelklauw
Teengedeelte naar boven gedraaid
69
Posthoornklauw/Rolklauw
Ernstige vorm snavelklauw
70
Kurkentrekkerklauw
Buitenste klauw van ACHTERpoot is vervormd | > Bloeding, infectie, hoge druk (pijnlijk!)
71
Tyloma
Woekeringen tussen de klauwen (binnenste en buitenste)