woordenlijst deel 1 Flashcards

1
Q

beslag

A

dun, vloeibaar mengsel van meel, melk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

mennen

A

trek-en rijdieren met de teugels besturen
-de menner

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

bivak

A

plaats waar militairen, bergbeklimmers, leden van een jeugdbeweging,… inder blote hemel of in tenten overnachten
-bivakkeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

uitspannen

A

losmaken uit de teugels
-de uitspanning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

huif

A

linnen doek die als overdekking over hoepels is gespannen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

specerij

A

deel van een plant dat smaak en geur geeft aan eten, kruiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wezenloos

A

gelaatsuitdrukking zonder gevoel, verstand of uitdrukking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

achteruitdeinzen

A

van schrik een ontwijkende beweging naar achteren maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

bijdahands

A

slim, vlug snappen en snel reageren, gevat reageren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

gerieflijk

A

comfortabel, gemakkelijk en handig in gebruik
-het gerief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

gomor

A

gemompel van ontevredenheid
-morren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

verrukking

A

opgetogenheid, enthousiasme
-verrukkelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

individueel

A

afzonderlijk, persoonlijk, elk apart
-het individu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

mythe

A

een onzinverhaal dat als waar aangenomen wordt
-mythisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

substantie

A

grondstof, stof waaruit iets bestaat
-substantieel= belangrijk, hoofdzakelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

systematisch

A

stelselmatig; geordend volgens een vast of logisch patroon, volgens een bepaalde structuur

17
Q

isolement

A

afzondering

18
Q

fysiek

A

lichamelijke

19
Q

expliciet

A

heel duidelijk, uitdrukkelijk

20
Q

tolerant

A

verdraagzaam

21
Q

origineel

A

oorspronkelijk, onvervalst, niet van iemand afgekeken

22
Q

mysterieus

A

geheimzinnig, raadselachtig

23
Q

in de huid kruipen van

A

zich inleven in, zich verplaatsen in