Woorden voor vlakken, assen en bewegingen Flashcards
frontale vlak =
verdeeld het ichaam in een voorste en achterste deel, dus verloopt vertikaal van links naar rechts
transversale vlak =
verdfeelt het lichaam in een bovenste en onderste deel, dus verloopt horizontaal
sagittale vlak =
verdeelt het lichaam in een linker en rechter deel, dus verloopt vertikaal van voor naar achter
mediaan vlak (mediosagittale vlak) =
verdeelt het lichaam precies doormidden in een even groot linker en rechte deel
flexie =
buiging
exstensie =
strekking
abductie =
van het lichaam af bewegen
adductie =
naar het lichaam toe bewegen
antegraad =
voorwaarts gaand
retrograad =
teruggaand
exorotatie =
buitenwaartse draaiing, beweging om een as
endorotatie =
binnenwaartse draaiing
pronatie =
draaibeweging van mediale hand/voetrand omlaag
supinatie =
draaibeweging van mediale hand of voetrand omhoog
opponeren =
duim tegenover de vingers plaatsen