Voorvoegsels Flashcards
1
Q
aesthes-
A
waarneming
2
Q
ab-
A
af, weg van
3
Q
ad-
A
naar adductie (buigen naar)
4
Q
alg-
A
pijn
5
Q
an-
A
zonder, of bijna zonder
6
Q
ante-
A
aan de voorzijde, voor, naar voren
7
Q
anti-
A
tegen
8
Q
auto-
A
zelf
9
Q
brachy-
A
kort
10
Q
circum-
A
rondom
11
Q
co-
A
samengaan
12
Q
cry-
A
koud
13
Q
crypt-
A
verborgen
14
Q
de-
A
van minder worden
15
Q
des-
A
van minder worden
16
Q
dia-
A
door, erdoor, dwarsdoor
17
Q
dys-
A
slecht
18
Q
en-
A
in
19
Q
epi-
A
boven, op