Woorden met de D Flashcards

1
Q

Decimaal getallensysteem

A

Tientallig, positioneel geordend getallensysteem: de waarde van een cijfer hangt af van de positie van dat cijfer en het aantal dat het cijfer aangeeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Decimale breuk

A

Ook wel tiendelige breuk of kommagetal, bv. 0,75.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Decimale verfijning

A

Om nauwkeuriger te kunnen meten, zijn de standaardmaten decimaal verfijnd tot dm, cm, mm enz.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Deel-geheelrelatie/deel-geheelverhouding

A

Een percentage van 25% geeft de deel-geheelrelatie/deel-geheelverhouding aan tussen het deel en een geheel dat op 100 is gesteld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Deeltal

A

In 12 : 3 is 12 het deeltal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Deler

A

In 12 : 3 is 3 de deler.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

GGD (grootste gemeenschappelijke deler)

A

Getallen hebben meestal meerdere delers. De getallen 50 en 60 hebben bv. de delers 1, 2, 5 en 10 gemeenschappelijk. De GGD daarvan is 10.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Diagonaal

A

Een lijnstuk dat twee niet aangrenzende hoekpunten v van een veelhoek verbindt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Draaisymmetrie

A

Een figuur is draaisymmetrisch als het hetzelfde blijft als je het figuur een stukje ronddraait.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Distributieve eigenschap

A

a x (b + c) = ab + ac

a x (b - c) = ab - ac.

Wordt ook wel de verdeeleigenschap genoemd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Dubbele getallenlijn

A

Een getallenlijn met onder en boven verschillende getallen of grootheden, waarbij bovenkant en onderkant aan elkaar gerelateerd zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly