Woorden 4 Flashcards
el girasol
zonnebloem
la multa
boete
dentro
binnen
engañar
bedriegen
aprovechar
gebruik maken van
el tejado
druk
dibujar
tekenen
dibujarse
verschijnen
sobrino
nephew
suegro
schoonouder
yerno
schoonzoon
nuera
schoondochter
la balleza
schoonheid
la oreja
oor
el cuello
hals, kraag
el pecho
borst
el brazo
arm
la rodilla
knie
el talon
hiel
el tobillo
enkel
las caderas
heup
los dedos
vingers
el hombro
schouder
el codo
elleboog
la barriga
buik
la espalda
rug
arruga
kreukel
parecido
similar
la cicatriz
litteken
la muñeco
pols
delgado
dun
flaco
erg dun
la ceniza
as
vengar
wreken
la granja
boerderij
la basura
afval
comilla
vraagteken
alimentar
voeden
calefaccion
verwarming
sentar
zitten
apagar
uitdoen, doven
montar
paardrijden, monteren
maquillarse
make uppen
asustar
bang maken
gatear
kruipen
chocar
crashen
arder
branden
el terremoto
aardbeving
acostarse
naar bed gaan
cursar
studeren
la perdiz
patrijs
la tienda
winkel
bromear
grappen maken
decrearse
verminderen
abatir
ontmoedigen, naar beneden halen
clavar
vastnagelen, hameren
vagar
to wander
disfrutar
genieten
tragar
slikken
contento
blij
molido
grond
polvo
stof
abrazo
knuffel
el oyente
luisteraar
la resaca
kater
crudo
ruw
cabello
haar
apagar
uitdoen
chutar
schieten
apenas
amper
vaciar
leegmaken
vacilar
twijfelen, stotteren
vacio
leeg
devolver
teruggeven
evitar
voorkomen, ontwijken