wiskunde Flashcards

1
Q

geef de opsoming van de verzameling van de gehele getallen

A

Z={…,-3,-2,-1,0,1,2,3,…}

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

geef de opsoming en de bescrijving van de verzameling van gehele getallen zoner nul

A

opsomming: Z0={…,-3,-2,-1,1,2,3,…}
bescrijving: Z0={x is een element van of behoort tot Z0|x is niet gelijk aan 0}

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is de absolute waarde van een geheel getal

A

is dat getal zonder toestendsteken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zijn tegengestelde getallen

A

tegengestelde getallen zijn getallen met een zelfde absolutewaarde maar een veschillende toestandsteken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is een rationaal getal

A

een rationaal getal is het quotient van twee gehele getallen waarvan de deler niet 0 is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

geef de beschrijving van de verzameling van de rationale getallen

A

Q={a/b|a,bis een element van of behoort tot Z en b is niet gelijk aan 0}

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

geef de beschrijving van de deelverzameling van de rationale getallen zonder 0

A

Q={x is een element van of behoort tot Q|x is niet gelijk aan 0}

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

geef de opsomming van de verzameling van de naruurlijke getallen

A

N={0,1,2,3,4,5,6,7,…}

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly