Wervelkolom Flashcards
Functies
Wervelkolom
3
- Ondersteuning
- Verbinding
- Bescherming
Pathologie
Wervelkolom
2
- Dwarsleasie = gevoel dat weg kan vallen in de wervelkolom. (de zenuwen knellen)
- Scoliose = Vervorming van de wervelkolom. (spieren die te hard aan de wervelkolom trekken.
Onderdelen
Wervelkolom
6
- Cervicale wervels
- Thorocale wervels
- Lumbale wervels
- Sacrale wervels
- Coccygale wervels
De discus intervertebralis
Onderdelen en functies
Discus intervertebralis
Onderdelen:
1. Aan de buitenkant een anulus fibrosus. De buitenkant beperkt de uitzetting van de kern.
2. Aan de binnenkant heb je een soort balletje. De necleus pulpopus. Dit is geleiachtig en zorgt voor demping.
Functie: De discus zorgt voor schokdemping.
Foramen intervertebralis
Opening tussen de wervels, waar de zenuwen uitkomen en naar de rest van het lichaam toe gaan.
Algemene onderdelen
Vertebrae
Corpus vertebrae = lichaam
Foramen vertebrale = Gat
Arcus vertebrae (rondom het corpus)
Pediculus arcus vertebrae
Lamina arcus vertebrae
Processus et facies articularis superior
Processus spinosis
Processus
Uitsteeksel
Foramen
Opening/gat
Arcus
boog
Eigenschappen/extra´s
Cervicale wervels
Eigenschappen 4. Uitzonderingen 3.
Eigenschappen:
Beweging = rotatie
Korte spinosi
Dik corpus
Mini transversus
Je hebt 2 cervicale wervels met een specifieke eigenvorm. Deze wervels hebben daarnaast ook contact met de schedel.
- Atlas, draagt de schedel met de hersenen erin
- Axis, een tand boven op de wervel zitten.
Deze wervels zitten op elkaar.
Ook hebben de cervicale wervels een extra foramen. De foramen transversarium. Hier lopen hersenzenuwen en bepaalde bloedvaten doorheen.
Eigenschappen/costae
Thorocale wervels
Eigenschapen 4/extra
Eigenschappen:
Beweging=lateroflexie
Lange spinosi
Dikker corpus
Lang transversus met gewrichtsvlak
Aan de thorocale wervels zitten de ribben (costae)
Costae varea = (ware ribben) ribben die in hun eentje verbonden zijn met het borstbeen.
Costae spuriae = (valse ribben) ribben die met meerder aan het borstbeen vastzitten.
Costae fluctuantes = (zwevende ribben) ribben die niet met het borstbeen vastzitten.
Borstbeen = Sternum
Manubrium sterni = bovenkant sternum
Processus xyphoideus = onderste puntje van het sternum.
Eigenschappen
Lumbale wervels
Eigenschappen:
Beweging = Flexie en extentie
Korte spinosi
Dikst corpus
Lang transversus
Een extra uitsteeksel: de processus mamillaris
Eigenschappen
Sacrale wervels
Eigenschappen 4
Promontorium = overhang
Apex = punt
Vrouw = holle rug, ook breeder dan bij een man
Os sacrum = heligbeen
Coccygale wervels
Os coggygis= puntje van de wervelkolom
Bestaande uit 4 vergroeinde wervels.
HNP
Hernia nuclie pulposi = Een uitstulping van de tussenwervelschijf.