werking van het oog Flashcards

1
Q

lichtbreking

A

lucht - hoornvlies - oogvocht - ooglens - glasachtig lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

accomondatie

A

scherpstellen in functie van de afstand van waar het voorwerp staat waar je naartoe kijkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

scherpstellen veraf

A

beeld: omgekeerd, verkleind
kringspieren (straallichaam): ontspannen
lensbandjes: strak
ooglens: minder bol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

scherpstellen dichtbij

A

beeld: omgekeerd, verkleind
kringspieren (straallichaam): opgespannen
lensbandjes: los
ooglens: boller

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

nabijheidspunt

A

kleinste afstand waarop je een voorwerp scherp kan zien
oogbal heeft de meest bolle vorm
hoe ouder, hoe verder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly