bouw van het oor Flashcards

1
Q

buitenoor

A
oorschelp
gehoorgang
trommelvlies
Welke middenstof geeft geluidstrilling door?
 lucht (gas)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

middenoor

A
trommelholte
hamer
aambeeld
stijgbeugel
buis van Eustachius
Welke middenstof geeft geluidstrilling door?
been (vaste stof)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

binnenoor

A
ovale venster
ronde venster
slakkenhuis
evenwichtszenuw
voorhofsholten
halfcirkelvormige kanalen
gehoorzenuw
Welke middenstof geeft geluidstrilling door?
 lymfe (vloeistof)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

ovale venster

A

vormt overgang tussen midden- en binnenoor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

rotsbeen

A

beschermt oor grotendeels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

oorschelp

A

geluidstrillingen worden opgevangen

beschermt gehoor en evenwichtszintuig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

oorsmeer

A

beschermt gehoorgang tegen vocht, ziektes en uitdroging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

gehoorgang

A

lucht in de gehoorgang geeft geluidstrillingen door aan trommelvlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

trommelvlies

A

trilt via resonantie met dezelfde frequentie als de geluidsbron
vormt overgang tussen buiten en middenoor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

stereofonisch horen

A

mogelijk dankzij stand 2 oren op hoofd

geluidsbron beter lokaliseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

buis van eustachius

A

verbind middenoor met neus-keelholte
lucht in middenoor wordt aan of afgevoerd, zodat druk op trommelvlies in buiten- en middenoor gelijk blijft (vorm van homeostase)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

gehoorbeentjes

A

geven trillingen van trommelvlies door aan slakkenhuis

hamer ->aambeeld ->stijgbeugel via hefboomwerking (geluidstrillingen 18x vertsterkt doorgegeven)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

slakkenhuis

A

cochlea, geluidstrillingen verdergezet in lymfe
ovale venster -> bovenste gang -> top -> onderste gang -> ronde venster
door onsamendrukbaarheid van vloeistoffen zijn beide vensters noodzakelijk
hoge tonen aan de top, lage aan de basis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

orgaan van Corti

A

in middengang slakkenhuis
geluidstrillingen omgezet door haarcellen (met stereocilia) in zenuwimpulsen
via gehoorzenuw impulsen naar hersenen: je hoort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

halfcirkelvormige kanalen

A

registreren ronddraaiende bewegingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

voorhofsholten

A

registreren stand van je hoofd, rechtlijnige bewegingsveranderingen

haarcellen: buigen door traagheid vloeistof of zwaartekracht
evenwichtszenuw: bereiken impulsen hersenen