Werking spier Flashcards
1
Q
Myosine
A
dikke filament sacromeer
2
Q
actine
A
dunne filament sacromeer
3
Q
sacromeer
A
zorgt voor contractie van de spier
4
Q
M-lijn
A
midden/bindplek myosine
5
Q
Z-lijn
A
midden/bindplek actine
6
Q
A-band
A
lengte myosine
7
Q
I-band
A
waar geen myosine zit
8
Q
H-band
A
waar geen actine zit
9
Q
L-type kanalen
A
voor Ca de cel in te laten gaan
10
Q
Ryanodine receptors
A
Op SR, hierdoor wordt Ca uitgifte geactiveerd
11
Q
SERCA pomp
A
Zorgt dat Ca terug gaat het SR in
12
Q
Phospholamban
A
Reguleerd SERCA pomp, verwijderd inhiberend effect
13
Q
Calsequestrin
A
Ca-bindend proteine van het SR
14
Q
“Law of the heart”
A
vergrote sacromeer lengte geeft vergrote kracht en contractie
15
Q
Isometrische contractie
A
statische contractie van de spier, spier levert kracht zonder verkorting
16
Q
Isotonische contractie
A
Spanning in de spier blijft gelijk terwijl spier verkort
