3 Flashcards
1
Q
Pacemaker (PM)
A
Bij traag of onregelmatig hartritme
2
Q
Implanteerbare cardioverter-defibrillator (ICD)
A
Bij te snel hartritme of ventrikelfibrilatie
3
Q
Cardiac resynchronisation therapy (CRT)
A
Bij geleidingsstoornis die leidt tot mechanische dissynchronie
4
Q
CRT-P
A
CRT + PM
5
Q
CRT-D
A
CRT + ICD
6
Q
SCD/SCA
A
Sudden cardiac death/arrest, hartstilstand
7
Q
RMA
A
Restirictieve mitraalklepannuloplastiek
8
Q
Coronair revascularisatie
A
Operatie voor ischemie in linkerkamer
9
Q
FMI
A
Functionele mitraalklep insufficientie
10
Q
NIDCM
A
Niet-ischemische dilaterende cardiomyopathie
11
Q
RMA-CorCap repair
A
Bij LVEDD >65mm
12
Q
CorCap
A
External support device, een netje
13
Q
RMA + TV repair
A
Bij annulusverwijding (> 40mm)
14
Q
RMA + CRT
A
Bij dyssynchronie
15
Q
CSD
A
Cardiac support device