Week 9 - HC Flashcards
Wat is beroepsethiek?
Een vorm van ideologie die passend is bij het beroep van een professional. Profesionele, persoonlijke en functionele verantwoordelijkheid.
Hoe heet het wanneer de persoonlijke en professionele opvattingen van iemand botsen?
Gewetensbezwaar.
Wat is de eed van Hippocrates?
- De start van de artseneend. Circa 460-370. - De eed was ter onderscheiding van kwakzalvers en echte genezers, om zo mythologie en geneeskunde te onderscheiden.
- De nadruk lag op collegiale verhoudingen en niet op de patiënten.
Wat is de wet uitvoering geneeskunst?
- In 1865
- Eed was vooral bedoeld om monopolie op geneeskunst te rechtvaardigen.
- Hiervan is alle het beroepsgeheim behouden.
- Opvattingen van patienten waren niet relevant.
- Grenzen en gevaren van geneeskunde niet erkend.
Wat is de moderne artseneed?
- 20e eeuw
- Meer aandacht voor slachtoffers medisch technische macht.
- Meer aandacht voor gevaren.
- Van medische macht naar erkenning grenzen.
Wat is de Nederlandse artseneed?
- Laatste versie 2003.
- Geen wet meer maar vrijwillig.
- Patiënt speelt centrale rol.
- Belangrijke symbolische waard; formele toetreding tot gemeenschap.
- Geeft weinig praktische houvast.
Wat houdt beroepsethiek nog meer in?
- Algemene wetten
- Algemene beroepsnormen
- Normen over gedrag bij specifieke ethische vraagstukken
- Normen over diagnostiek en behandeling van patienten.
Wat is de professionele standaard?
Algemeen aanvaarde opvattingen over een bepaald deel van de geneeskunde. Collectieve moraal.
Wat zijn voorbeelden van bedreigingen van beroepsethiek?
- Schaarste van organen, medicijnen en geld.
- Diversiteit/pluriformiteit toename.
- Marktwerking.
Kost meer/minder energie om rauw eten te verteren?
Meer. Het koken van eten zorgt ervoor dat vertering minder energie kost.
Wat zijn de functies van het spijverteringskanaal?
- Motoriek
- Secretie, toevoegen van water en secretie van spijsverteringsenzymen
- Digestie
- Resorptie
- Productie faeces (ontlasting)
Hoe is de darmwand (duodenum) opgebouwd?
- Binnenste laag; mucosa.
- Bestaat uit een epitheellaag met plooien en slijm producerende cellen.
- Lamina propria; zit om epitheellaag en bestaat uit klieren en bindweefsel.
- Lamina muscular mucosal; dunne kringspierlaag om de eerste twee lagen heen. - Submucosa; klieren, bloedvaten en galgangen maar voornamelijk bindweefsel.
- Muscular externa; kringspierlaag (circulaire laag) met daaromheen lengtespier laag (longitudinale laag). De gladde spierlagen kunnen peristaltiek van darm regelen.
- Serosa; buitenbekleding, bindvlies met bloedvaten.
Hoe is het darmepitheel opgebouwd?
- Villi, dit zijn darmvlokken. Een villus bestaat weer uit meerdere microvilli. De villi zijn structuren die veel capillair, en lymfevaten en een epitheellaag bevatten. Ze bevinden zich aan de luminale kant van het darmepitheel en zorgen voor contact oppervlaktevergroting van de darm.
- Op de bodem van de epitheellaag zitten stamcellen die zorgen voor regeneratie.
- Slijmbekercellen produceren slijm.
Hoe is de colonwand opgebouwd?
Crypten van Lieberkuhn - lamina propria - muscularis mucosa, submucose en circulaire en longitudinale spierlagen.
Wat is het belang van organoids van de darm uit stamcellen?
Hieruit kan een heel villus gemaakt worden. En kan onderzoek van patientmateriaal gemakkelijker plaatvinden.
Waar bevinden zich de crypten van Lieberkuhn en wat bevindt zich daar?
- Onder de villi.
- Verschillende soorten cellen, zoals delende intestinale stamcellen en cellen van Paneth (deze bieden metabole ondersteuning van stamcellen)
Stamcellen zorgen voor constante vernieuwing van de villi.
Wat maakt gladde spiercellen anders dan dwarsgestreepte spiercellen?
- Actine en myosin filamenten zijn anders georganiseerd en de structuur is beter te onderscheiden in gladde spiercellen dan in dwarsgestreepte spiercellen.
- De filamenten zijn in beide spiercellen schijn georiënteerd binnen de vel met ankerpunten aan beide kanten van de cel. Ze lopen kriskras door elkaar.
- Samentrekken van gladde spiercel gaat langzamer, maar is efficiënter want kost weinig energie.
- Gladde spiervezel geeft veel transmitter kanalen aan het celmembraan.
Hoe verloopt de contractie van gladde spiercellen?
Calciumconcentratie stijgt -> calcium bindt aan eiwit calmoduline (heeft zelfde functie als troponine C in dwarsgestreepte spiercellen) -> conformatie verandering en MLCK activatie -> mysoine fosforylering door MLCK -> ATP hydrolyseerd -> activatie kruisbrug cyclus.
Is een direct mechanisme, maar gladde spiercel bevat ook complexere mechanismen.
Wat is MLCK, wat is de functie en waarom is het relevant voor gladde spiercelcontractie?
Is een calmoduline afhankelijk enzym dat eiwitten kan fosforyleren. Een van de substraten is myosine. Myosine is een ATPase en kan ATP hydrolyseren, wat essentieel is voor kruisbrug cyclus.
Welke sphinters bevinden zich in het spijsverteringsstelsel en waar?
- Oesopahagus sphincter = sluit bovenin en onderin de oesophagus af.
- Pylorus sphincter = einde van de maag.
- Ileocaecale sphincter = verderop in het maagdarmstesel.
Hoe wordt informatie van de maag naar de hersenen gestuurd?
- Via 9e/10e hersenzenuw via de tractus solitarius naar hypothalamus.
- Via bloed kan ook, door bijv. vetcellen die hormonen afgeven en zo invloed op hongergevoel uitoefenen.
Welke twee centra zijn er voor eetlust in de hypothalamus?
- Verzadigingscentrum (VMN); ligt aan de media kant van hypothalamus, bij laesie voel je geen verzadiging meer.
- Hongercentrum (LHA); ligt aan laterale zijde van hypothalamus, bij laesie voel je geen honger meer.
Welke centrum stuurt de eetlust centra aan en welke soorten neuronen heeft het?
De nucleus archuales (ARC).
- Anorxiogene neuroenne, verlies van hongergevoel. Ze produceren POMC, wat het hormoon alfa MSH produceert, dit hormoon kan binden aan melinecortine receptoren en zo het verzadigings- en hongercentrum remmen.
- Orexigene neuronen, stimuleren honger en verzadgingscetnrum. Worden geremd door insuline, ghreline en leptine.
Wat zijn de effecten van insuline ghreline en leptine?
Insuline = zal anorexigene neuronen stimuleren en orexigene neuronen remmen. Leidt tot negatieve feedback voor verzadigingscentrum waardoor je je verzadigd voelt. Afname eetlust
Ghreline = Verhoogde productie zorgt voor honger gevoel door remmen van anorexigene neuronen en stimuleren van orexigene neuronen. Toename eetlust. Wordt door lege maag geproduceerd.
Leptine = Iemand met veel vet heeft veel leptine waardoor eetlust afneemt. Is vrij traag. Afname eetlust.
In welke fases is slikken te onderscheiden?
- Orale fase (willekeurig) = zorgt ervoor dat tong het voedsel afrolt naar achteren waardoor het in contact komt met je pharynx.
- Faryngale fase = reflexmatig en zorgt ervoor dat voedsel naar achteren gaat en doorgeslikt wordt.
- Oesophageale fase = UES sluit reflexmatig en zorgt ervoor dat voedsel weggewerkt wordt in je slokdarm. Het voedsel verdwijnt door peristaltische beweging, die geïnitieerd wordt door n.vagus in de richting van de maag. Voedsel gaat dan door de LES.
Slikbeweging inzetten is vrijwillig maar kan niet meer gestopt worden als eenmaal begonnen is.
Hoe wordt de bolus via de slokdarm naar beneden geduwd en wat wordt door slikken geïnitieerd?
- Door middel van ritmische slow wave bewegingen van de spieren in de slokdarm.
- Slikken initieert de pharyngeale en oesophagale peristaltiek en sphincter-relaxatie.
Hoe is het drukverloop is de bovenste en onderste sphincter?
Als de bovenste opengaat, gaat de onderste ook al open en pas als de bolus gepasseerd is gaan ze weer dicht.
- B; druk is altijd aanwezig, valt weg als er gelikt is, gevolgd door korte verhoging van druk.
- O; druk ook altijd aanwezig, gaat open voordat voedselbrij aankomt dus staat een tijdje niet onder druk. Druk neemt weer even toe als bolus gepasseerd is.
Wat zijn de belangrijkste functies van de maag?
- Opslag voedsel
- Vertering; mengens van enzymen, vloeistof en bolus, kneden, secretie hormonen en protonen en productie thymus, half verteerde brij in de maag.
- Bescherming; mechanisch (opslaan om schade in de darmen te voorkomen), chemisch (zuur schade beperken) en bacterieel (zure omgeving voor bacterie en micro-organismen).
Wat kan er gebeuren als onderste sphincter niet goed afsluit?
Als de onderste sphincter next goed afsluit kun je reflux krijgen; terugstromen van maaginhoud in slokdarm. LES voorkomt dit.
Welke soorten cellen zitten in de mucosa van de maag?
- Parietale cellen, zitten in de fundus en corpus van de maag en produceren HCL en IF.
- Muceuze cellen, zitten in cardia voor mucusproductie. (mucines fungeren als zelfbescherming).
- Hoofdcellen, produceren pepsinogeen.
- Gastrin cellen, in het antrum, produceren gastrin. D-cel;somatostatine (remt protonuitscheiding in wandcellen).
- Enterochromaffien cel, produceert histamine.
Hoe wordt het maagsap zuurder door middel van acetylcholine? (corpus van de maag)
- Enterochromaffiene produceert histamine wat aan pariëtale cellen vindt en protonen produceert. Dit wordt in het lumen van de maag uitgescheiden.
- Kan zelf ook zelf direct zorgen voor protonuitscheiding. (remming van D-cel; somatostatine)
Wat doet acetylcholine (parasympaticus) in het antrum van de maag?
- Stimuleert gastrine cellen tot afgifte van gastrine. Wordt opgenomen in het bloed en kan als endocriene stof afgegeven worden door vaten in de wand. En ze weer aanzet tot protonsecretie.
- ?
Welke fasen zijn er tijdens het eten?
- Cephale fase; zien van voedsel is al genoeg om maag te activeren.
- Gastriche fase; ruiken of zien van voedsel -> maag produceert maagsappen.
- Intestinale fase; regelsysteem in duodenum bestaande uit hormonen en zenuwstelsel en zo invloed op activiteit van de maag. Als het te zuur is wordt de HCL afgifte geremd en te basisch tot stimulatie van HCL.
Hoe wordt de bolus van mond richting anus geleidt?
Achter de bolus contractie, oiv ACh, en voor de bolus relaxatie, oiv NO en VIP. Er gaat ook een signaal naar lengtespieren voor contractie, iov van ACh.
Bij emesis (overgeven) keer het proces om.
Wat gebeurt er als er heel veel eiwit, vet en zuur in het duodenum terecht komt? En als dit te weinig is?
Dan wordt de maag geremd en gaat de pylorus dicht. Bij te weinig gaat de pylorus open. Dit gebeurt oiv terugkoppelsysteem.
Waaruit bestaat het systeem urinarium en welke route neemt urine?
- De nieren, urineleiders, de blaas en de urethra.
- Nieren produceren urine, 0,5-5 liter/dag -> afgevoerd door ureters, 30 cm lang -> komt via opening, otium ureteris uit in de blaas -> urine opgeslagen, 500 tot 700 ml, en afgesloten door sphincter -> urine door urethra naar buiten. (begin urethra heet otium urethrae intermum en einde heet otium urethrae externum.
Waar liggen de nieren?
- Retroperitoneaal.
- Bovenop de nier ligt de bijnier.
- Rechter nier wordt omgeven door duodenum, jejunum en colon ascendens.
- Linker nier wordt omgeven door maag, pancreas, milt en colon descendens.
Waar is de nier door omgeven?
- Nier rust op m. psoas major en m. quadratus lumborum.
- Nier is omgeven door sterk vlies, capsula fibrosa. - Een vetlaag, capsula adipose; perirenaal vet binnen het fasciae renalis en perirenaal vet buiten de fascia renalis. Dit beschermt de nier en houdt het op zijn plaats.
Hoe bewegelijk zijn de nieren en wat gebeurt er als het perirenaal vet verdwijnt?
- Ze liggen enigszins los en bewegen mee met de ademhaling door verbinding met diafragma. Pijn bij bepaalde fase van ademhaling kan duiden op problemen met nieren.
- Bij verlies van vet rond nieren, gaan ze meer bewegen, wandelende nieren.
- Bij compleet verlies van vet heet het zwerfnier, dit is gevaarlijk want er kunnen knikken in ureter en bloedvaten komen.
Hoe is de niet opgebouwd?
- Cortex renalis, bevatten nierlichaampjes, loopt rond en heeft instulpingen, de columna renalis.
- In het merg bevinden zich de piramides renalis, 10/12. Hier zitten nierkanalen, Lis van Henle, en hebben allemaal eigen bloedvoorziening. De pyramide renalis komen uit in het centrum van de nier via de papil renalis.
- Onder elke piramide renalis zitten calyx minoris en die komen uit op calyx major en in de pelvis renalis samenkomen en naar de urether gaan.
Hoe lopen de arterien en venen van de nieren?
- De a. renalis takt af van de a. mesenterica superior. De v. renalis ligt boven de a. renalis en verbergt hem voor het zicht.
- Aan de linkerzijde is de v. renalis langer en loopt deze onder de a. mesenterica superior door, omdat de vena cava rechts ligt ten opzichte van de wervelkolom en de aorta.
Hoe zitten de lymfe rond de nieren?
De lymfeknopen zitten rond de grote bloedvaten.
- Linkerzijde; pre-cavale knopen, de laterale-cavale knopen en retro-cavale knopen.
- Rechterzijde; rond de aorta; pre-aortische knopen, lateraal-aortische knopen en retro-aortische knopen.
De lymfevaten uit de nieren gaan vanuit de knopen naar de truncus lumbalis naar de ductus thoracicus en die brengt de lymfe terug naar de v. subclavia sinistra.
Wat voor problemen kunnen voorkomen bij een nier?
- Een cyste is een vocht gevuld blaasje en dit komt vaak voor, maar dit is geen probleem. Een polucysteuze nier geeft wel problemen, een nier verliest dan zijn capaciteit.
- Tumoren in de nier kunnen niersparend worden verwijderd omdat deze zijn eigen bloedvoorziening heeft. Tenzij de kanker verspreid is natuurlijk.
Hoe wordt een donornier geplaatst?
Een donornier wordt geplaatst in het bekken, hier is genoeg ruimte, De arterie en veen van de donornier worden op iliacale vaten aangesloten. Een stukje urether wordt aangesloten op de blaas.
De oude nier wordt niet verwijderd tenzij dit gevaar levert.
Ureter is 25-30 cm lang en krijgt bloedvoorziening van structuren waar hij langsloopt, deze is dus afhankelijk van de plek van de ureter. Bovenin is a. renalis - a. testicularis - a. iliaca communis - a. iliaca interna.
Urine gaat naar beneden door gravtiatie, maar ook peristaltische bewegingen.
Ureter loopt retroperitoneaal en duikt dorsaal het kleine bekken in, in het bekken komt de ureter subperitoneaal te liggen. (de blaas ligt als enige buikorgaan subperitoneaal).
Onder het peritoneum is de aansluiting op de blaas en dit gebeurt door de ostium ureteris, openingen.
Waar kunnen een wijde ureter en pelvis renalis op duiden?
Een knik/obstructie, bijv. niersteen, in de ureter.
Wat zijn nierstenen en wat zijn de gevolgen?
Kristallen merendeels opgebouwd uit calciumoxalaat. Als je ze eenmaal gehad hebt moet je op inname van oxaalzuur letten (cola, soorten thee).
Op welke plekken van de nier komen veel nierstenen voor?
- De overgang van pelvis renalis en ureter, hier zit een knikje.
- Waar de ureter onder twee bloedvaten door gaat, de a./v. testicularis/ovaria
- De bocht van het oversteken van de ureter over de iliaca communis.
- Bij de blaas, in de laatste bocht.
Hoe wordt een niersteen verwijderd?
Dmv een steenvergruizer (hoge trillingen) kan de steen vergruisd worden en uitgeplast worden. Als dit niet lukt, moet dit operatief.
Wat is het trigonum en waar dient het voor?
- Een driehoekige structuur die een stabiele basis voor de twee ingangen en 1 uitgang, otium urethrae interna, binnenkomen.
- Het voorkomt dat er urine terugstroomt in de ureter als de blaas samentrekt, de twee ostia worden dan dichtgedrukt.
Uit welke lagen bestaat de blaas?
- Mucosa, binnenste laag.
- M. detrusor, buitenste laag, spierlaag.
Wat zijn de verschillen tussen man en vrouw bij de blaas?
- Mannen hebben een kleinere blaas.
- Vrouwen hebben een kortere urethra dus grote kans op blaasontsteking.
- Mannen hebben twee sphincters, een onder de blaas en net boven prostaat, de interna sphincter van de sphincter. Vrouwen hebben alleen een externe sphincter. Mannen hebben er twee om te voorkomen dat ejaculaat in de blaas terecht komt.
Hoe kan een lokale tumor behandeld worden met chemotherapie?
Dmv inbrengen van chemovloeistof via katheder;
- Een gevulde blaaswand ligt boven het os pubis dus een blaaspunctie net boven het os pubis kun je een naald inbrengen.
- Bij mannen is een blaaskatheder lastiger in te brengen dan bij vrouwen.
Wat kan een gevolg zijn van een tumor obstructie in de blaas?
Urine blijft te lang in de blaas zitten, waardoor hypertrofie in de spierlaag kan ontstaan.
Welke functie hebben de delen van de maag in de maagmotoriek?
Cardia = bevat pacemakercellen, die het ritme van contractie van de hele maag bepalen.
Fundus en corpus = geschikt om veel voedsel op de slaan zonder dat de druk toeneemt.
Antrum = deel wat de contractie van voedselbrij doet.
Pylorus = sterke kringspier en vormt de uitgang.
Wat gebeurt er als je veel eet en wat is retropulsie?
De fundus rekt uit -> ruimte in maag neemt toe waardoor voedsel opgeslagen kan worden -> geeft druk op de buik. Deze informatie dat uittrekking nodig is, gaat via de afferente en afferente neuronen van de nervus vagus. De receptieve relaxatie verzorgt dus de opslag oiv de plexus entericus.
Retropulsie = terugduwen van voedselbrij richting corpus en vindt plaats tot e brij klein genoeg is vermalen.
Wat is er bij verstoorde receptieve relaxatie aan de hand?
Kan gebeuren bij oa. diabetes en nervus vagus problemen. Deze mensen kunnen alleen kleine porties eten, omdat de maag niet kan uitdijen/ontspannen waardoor de druk snel toeneemt ivm een normale maag.