Week 9 Flashcards
Waaruit bestaat de mictiecyclus? Hoe werkt deze?
- vulfase(opslag)
- ledigingsfase(mictie)
Coördinatie m detrusor(contraheert; parasymp) en sfincter(relaxeert, somatisch).
Hoe werkt de innervatie v/d blaas? Hoe werkt de mictiereflex?
- cortex: timing
- Pons: coördinatie
- Sacraal mictie centrum(S2-3): versterking & fijnstelling
Zenuwen via cauda clinda via plexus pelvicus(blaas, M2/3-receptor)/n. pudendus(sfincter, NA)
NANC(bv ATP) bij blaasfunctiestoornissen
Urine n blaas, vult -> mechanoreceptoren actief -> meer actiever als meer druk -> ascenderend signaal -> PMC -> cortex, modulatie -> descenderend signaal -> SMC -> blaas/sfincter -> blaas leegt
Hoe werken volumeregulatie en natriumbalans? Welke sensoren zijn er?
Na+ is belangrijkste kation ECV(vooral intersitele vloeistof), bep extracel vol.
Na+ verlies -> daling ECV = volumedepletie -> HMV, BD & GFR omlaag(minder NaCl macula densa) -> activatie sympaticus & RAAS -> vasoconstrictie, meer Na-reabsorptie, HMV omhoog
- atria(geremd bij volumedepletie) ANP -> Na-reabsorptie
- aortaboog, sinus caroticus: activeert sympaticus bij afname circulerend volume
- JGA: RAAS
Wat gebeurt er bij een tekort/overschot natrium?
Tekort: minder ECV -> hypovolemie -> verlaagd BD, orthostase
Overschot: meer ECV -> zoutgevoelige hypertensie, oedeem
Hoe werkt natrium-reabsorptie in de nieren? Wat doet de macula densa?
PT: bulktransport in S1-segment(ongereguleerd)
TAL: gereguleerde reabsorptie m NKCC2
Distale convoluut: kwalitatief belangrijk(angiotensine II, aldosteron)
TGF: constant Na-aanbod distale nefron
- feedback macula densa aan glomerulus, reguleert GFR
NKCC2 in macula densa: vertaald in meer/minder ATP & vasoconstrictie/renine secretie
Wat doen diuretica? Welke soorten zijn er? Wat is diureticaresistentie?
Stimuleren farmacologisch renale Na-excretie.
- koolzuuranhydraseremmers: remt HCO3- reabsorptie in PT(gecorrigeerd d GTF)
- lisdiuretica: remt NKCC2 en GTF
- thiazide diuretica: remt NCC in distale convoluut
- Kaliumsparende diuretica: remt ENaC in verzamelbuis/MR-receptor antagonist remt aldosteron
Geen effect ondanks max dosering -> nefron remoddelering(andere delen nemen functie over en hypertrofie) -> extra diureticum, zoutbeperking
Wat doet ADH(vasopressine) in de nieren? Wat is de countercurrent multiplier?
Hoofdcel: AQP3/4 aan basolaterale kant altijd open
- ADH bind aan V2-receptor -> APQ2 in vesicle n apicale membraan, insertie
- verhoogd UT1: reabsorptie ureum in MCD n TAL -> hogere osmolariteit
drijvende kracht: osmolariteit
Lis v Henle bouwt concentratiegradient op waarbij vasa recta en tubulus tegenstromen mbv NKCC2 in TAL en AQP1 in TDL.
- stimuleert NKCC2 waardoor meer gradient en stroomafwaartse rebasorptie
Hoe werkt de osmoregulatie?
Osmosensoren in hypothalamus meten osmolariteit plasma(bep d [Na] en anionen): krimp/rek cel als hyper/hypo-osmolaire stress -> afgifte ADH uit hypofyse achterkwab
- centraal: dorst
- renaal: AQP in verzamelbuis
- vasoconstrictie
Osmolaliteit = 2 * [Na] = 290 mosmol/L
Wat is het verschil tussen osmoregulatie en volumeregulatie? Wanneer is er interactie
Osmo: [Na], regelt osmolaliteit d urine concentratie
Volume: Na-hvlh, regelt BD d Na-excretie
Bij extreme volumedepletie(>15%, bv bij bloeding): osmoregulatie helpt d ADH secretie onahv osmolaliteut
Welke buffers zijn er in plasma?
- HCO3-/CO2
Belangrijkste: hoogste concentratie, onafhv elkaar gereguleerd - HPO42-/H2PO4-
- Protein-/Hprotein
Hoe kunnen zuren worden uitgescheiden?
- Vluchtig zuur: CO2(uitgeademd)
- Niet-vluchtig zuur(melkzuur)
Evenwicht n CO2, pH daalt -> pH lager in long, HCO3- weg -> setpoint omlaag -> meer CO2 uitademen(nodig om pH hoger)
a-intercalair cel: HCO3- uit CO2, H+ als NH4+/HA uitgescheiden
- hoe meer zuur prod, des te meer H+ kwijt uit nier, des te meer NH4+ in urine
Welke enkelvoudige zuur-base stoornissen zijn er? Welke respiratoire/metabole oorzaak is er? Hoe worden deze gecompenseerd?
- acidose: emfyseem, diarree -> meer H+, verlies HCO3- en pCO2 verhoogd
- alkalose: hyperventileren, overgeven -> verwijdering H+, toevoeging HCO3-, pCO2 verlaagd
Respiratoire verstoring: renale compensatie(metabool) -> langzaam, volledig
Metabole verstoring: compensatie ventilatie(respiratoir) -> snel, onvolledig
Hoe kun je zien wat voor verstoring en compensatie er bij zuurbase-stoornis is?
- Waarde verhoogd/verlaagd?
[HCO3-]= 24 mM, pCO2=40 mmHg - Passend bij alkalose/acidose?
- Is pH passend bij acidose/alkalose?(7,35-7,45)
Ja: passende met/resp waarde is oorzaak, andere compensatie(deels)
Normale pH + beide waardes passend: metabole oorzaak(respiratoir niet volledig compenseren wegens pO2)
Wat is de base excess?
De feitelijke zuurbelasting
- <0: extra zuur: met acidose
- >0: extra base: met alkalose
- =0: geen verandering: respiratoir
Als groter dan actuele bicarbonaat(afgeleid uit pH en pCO2) ook andere compensatiemechanismen.
Wat is de Siggaard-Anderssen acid-base chart?
Mbv pCO2(logaritmisch), pH en iso-bicarbonaat lijnen aflezen base excess. Respiratoire compensatie is evenwijdig aan en een respiratoire stoornis loopt via de iso-bicarbonaat lijn.