Week 8 HC.7 innervatie van de blaas en mictiereflex Flashcards
functie van de blaas
opvangfase en ledingface (druk in de blaas laag)
welke spieren zijn actief bij het plassen (blaas)
m detrusor (para, glad) ) en urethrale sphincter (somatisch)
hoe ontstaat het mictie refelx
mechanoreceptoren in de blaas worden gestimuleerd door uitrekken blaas –> dit geeft een signaal cascade
wat is de functie van de cortex, pons en sacrale cenrum
cortex –> timing, uitstellen
pons –> coördineren
sacrale centrum –> versterking en fijnverdeing
risicofactoren neurogene blaas
als de sphincter overactief is dan is het vaak schadelijk voor de nieren (hoge drukken)
wat kan je zien door hoesten bij een urodynamisch onderzoek
hoesten –> of de catherters goed liggen —> in de blaas en buik zelfde piek.
Gevolgen supranucleair (nierfunctie)
stugge blaas en overactieve blas –> hogere drukken en spuer hypertrofie (intramurale druk)
overactieve sluitspier –> druk in blaas + reflux
urineweginfectie –> reflux nefropathie
Gevolgen supranucleair (nierfunctie)
stugge blaas en overactieve blas –> hogere drukken en spuer hypertrofie (intramurale druk)
overactieve sluitspier –> druk in blaas + reflux
urineweginfectie –> reflux nefropathie
gevolgen infaculaire leasie (nierfunctie)
slappe blas –> urine retentie –> overloop incontinentie en UWI –> (nierfunctie verlaagd
welke neurotransmitter receptoren zijn er aanwezig in de cel
muscarine receptoren –> voor acetielcoline
Bijwerkingen anticholnergica
troebel zien, droge mond, obstipatie.