Week 7.1 Flashcards

1
Q

Leg uit wat wordt verstaan onder ‘handhaven’

A

‘Handhaven’: alles wat erop gericht is om goede naleving en uitvoering van regelgeving te bevorderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Leg uit 3 doelen van handhaving

A

Doelen van handhaving:
1) Naleving van democratisch vastgestelde wetten (anders wordt de rechtsstaat ondermijnd)

2) Overheid moet goede voorbeeld geven en optreden wanneer nodig (anders verliest de overheid haar geloofwaardigheid)

3) Voorkoming precedentwerking: als er niet wordt gehandhaafd, dan zouden burgers in de toekomst ook niet hoeven te verwachten dat ze wet moeten naleven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Leg uit waar in de wet wordt gedefinieerd wat onder een overtreding en overtreding wordt verstaan

A

Overtreding; art. 5:1 lid 1 Awb, overtreder; art. 5:1 lid 2 Awb

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Leg uit wat wordt verstaan onder ‘naleving’

A

‘Naleving’: het handelen van rechtssubjecten in overeenstemming met rechtsnormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Leg uit wat wordt verstaan onder ‘handhavingstoezicht’

A

‘Handhavingstoezicht’: bestuursorganen houden toezicht op de naleving van regels en voorschriften die vast zijn gesteld in wet- en regelgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Leg uit wat het doel is van handhavingstoezicht

A

Handhavingstoezicht zorgt ervoor dat regels worden nageleefd en dat eventuele overtredingen worden bestraft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Leg uit wat er wordt bedoeld dat een bestuursorgaan zich bij handhavingstoezicht zich moet houden aan de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit

A

Bestuursorganen moeten de minst zware handhavingsmiddelen inzetten die nog wel effectief zijn om het beoogde doel te bereiken (proportionaliteitseis) en de handhaving moet in verhouding staan tot de ernst van de overtreding (subsidiariteitseis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Leg uit wat wordt verstaan onder ‘toezicht’

A

‘Toezicht’: het uitoefenen van controle op de naleving van regels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Leg uit wat wordt verstaan onder ‘toezichthouder’

A

‘Toezichthouder’; zie art. 5:11 Awb

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Leg uit waar de regels van een toezichthouder in de wet worden geregeld

A

1) De regels m.b.t. de toezichthouder worden geregeld in artt. 5:11 - 5:20 Awb

2) Plichten voor toezichthouders worden geregeld in artt. 5:12 - 5:13 Awb

3) Soms hebben toezichthouders minder bevoegdheden in art. 5:14 Awb (= bijzondere wet)

4) Bevoegdheden voor toezichthouders worden geregeld in artt. 5:15 - 5:19 Awb

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly