Week 7 Zo/VO Flashcards

1
Q

Glucose homeostase kan je indelen in 5 fasen wat houden deze in?

A
  • 1: door consumptie heb je een hoge insuline spiegel en aangevulde glycogeen voorraden. Er is glucose transport door spier en vet membraan en hersenen krijgen genoeg brandstof
  • 2: leverglycogeen is op na 12 uur –> glyconeogenese
  • 3: door cortisol aminozuren uit spieren voor glyconeogenese en vetzuren uit vetweefsel
  • 4: vetzuren worden ketonlichamen dus daling behoefte gluconeogenese
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

In welke fase kunnen nieren glucose produceren?

A

3 en 4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat gebeurt er bij de toename van de dichtheid van lipoproteines?

A

het vet percentage en mantelmatriaal percentage neemt per deeltje toe.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

welke lipoproteine is het meest cholestrol rijk en onveresterd?

A

LDL

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke lipoporteine is het meest TG rijk

A

VLDL

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat hebben IDL, VLDL en LDL

A

ieder 1 apoB100

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat hebben chylomicronen?

A

1 apoB48 en neutrale vetten cholesterolesters

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly