Week 6 ZO/VO Flashcards
Welk hormoon wordt door ‘feasters’ minder aangemaakt?
GLP1, minder signaal dat zegt te stoppen met eten, insuline en leptine
Welke genen zorgen voor constant te willen blijven eten?
Hoe zorgt een verhoogde leptine spiegel voor de verlaging van het lichaamsgewicht?
leptine zorgt voor verzadiging dus ga je minder eten
Welke korte termijn signalen worden na maaltijd afgegeven aan bloed die zorgen voor verzadigingsgevoel?
- leptine, meer vetweefsel = meer leptine
- PYY
- insuline
- Ghr
- CCK
Welke typen neuronen in de hypothalamus regelen het honger gevoel?
- NPY neuronen, naar honger centrum
- POMC neuronen, naar verzadigingscentrum
hebben receptoren voor die signalen
Wat houdt laag of hoog glycemisch voedsel in?
hoe hoog de bloedsuiker spiegel stijgt na de maaltijd, laag heeft een betere vezadegende werking.
wat heeft de meest en wat de minste verzadigende werking?
eiwit meest dan vet en koolhydraten het minste.
Wat is de belangrijkste component van afvallen de eerste paar weken?
Water gewicht afvallen
Wat gebeurt er met je rustmetabolisme bij het afvallen?
Wordt minder
Waarom is vet de voorkeursvorm voor energieopslag?
Geen water nodig bij de opslag
Wat gebeurt er met aminozuren na een maaltijd?
deels afgebroken en deels gebruikt voor eiwitsynthese
Hoe worden vetzuren verpakt?
in chylomicronen en ze worden vervolgens naar lymfe uitgescheiden.
Hoe wordt glucose in de lever opgenomen?
Door de insuline onafhankelijke GLUT-2 transporter. Deze zet glucose in de lever om in glycogeen, waardoor er snel veel doorheen kan door lage glucose concentratie in de cel.
Hoe wordt glucose in het spier-en vetweefsel opgenomen?
via GLUT4
Wat doet LPL?
zet TG in chylomicronen om in vrije vetzuren en glycerol