week 7 HC 5. eiwitturnover en eiwitbeperkt dieet bij stofwisselingsziekten Flashcards
welke macronutrienten zijn er ?
koolhydraten, vetten, eiwitten
voor welke 3 dingen zijn N-verbindingen belangrijk uit aminozuren?
- purines en pyrimidine
- heem voor hemoglobine en andere enzymen
- creatinine en creatine zijn deels afbraakproducten
hoeveel gram eiwit zit in je aminozuur pool?
200 g
hoeveel gram eiwitturnover doet je lichaam ?
280 g
waar komt die 80 gram in de 280 gram vandaan en hoe gaat dat weer weg?
die komt binnen door eten en gaat 70 g weg door urine en 10 g door faeces
hoeveel % van rustmetabolisme is eiwitturnover?
20%
waar is eiwitturnover een mechanisme voor?
om beschadigde, verkeerdgevouwen of overbodige eiwitten te verwijderen en te vervangen door nieuwe functionele eiwitten
hoe werkt aminozuur metabolisme?
aminozuur wordt C-skelet die je kan afbreken.
per mol eiwit krijg je …. acetyl-CoA dan dat je krijgt uit vet of koolhydraten
veel minder (inefficiënt)
hoe en waar wordt ureum gemaakt?
in elke levercel uit stikstof mbv super veel enzymen dus deze reactie kan niet spontaan gebeuren zonder al deze benodigde enzymen
in welke toestand zitten zieke mensen bijna allemaal?
katabole toestand
wat gebeurt er bij stikstof balans: in balans ?
- lichaamseiwit: aanmaak = afbraak
- N-intake = N-verlies
wat gebeurt er bij positieve N-balans?
- lichaamseiwit: aanmaak>afbraak
- N-intake > N-verlies
wat gebeurt er bij negatieve N-balans?
- lichaamseiwit: aanmaak < afbraak
- N-intake < N-verlies
wat is de klinische relevantie van positieve N balans?
groei, wondgenezing, zwangerschap, bodybuilding