Week 7 deel 1 Flashcards
1
Q
Rechtsvindingmethodes van belang
A
- Tekst - Grammaticale methode
- Doel en strekking uit de parlementaire geschiedenis
- Geobjectiveerde doel en strekking (teleologisch)
- Historie van de regeling
- Systeem van de regeling
- Terminologie in hogere regelgeving
- Redelijke wetsuitleg
- Kan niet voorlopen op toekomstige wetswijziging, dit zou te ver gaan.
2
Q
Problemen parlementaire geschiedenis
A
- Over wettekst wordt gestemd, over parlementaire geschiednis niet.
- De wil van de wetgever bestaat niet. De wetgever bestaat niet. Bestaat uit 1e en 2e kamerleden en uit verschillende kamerleden met andere meningen. Hierdoor is de wil niet aanwezig. Ook niet duidelijk hoe inconsistenties binnen parlementaire geschiedenis uit te leggen.
- Door gebruik parl gescheiden verlang je ook van burgers dat ze daarvan op de hoogte zijn. Rechtszekerheid vereist duidelijke wettekst.
3
Q
Ex-warrantarrest
A
Niet mogelijk om met een beroep op de bedoeling van de wetgever te bereiken dat de wettekst moet worden uitgelegd zoals deze welbewust juist niet is geformuleerd.
Uit arrest volgt niet dat de tekst van de wet altijd voorgaat. Het is geen algemeen recept.
4
Q
Compartimenteringsregel
A
Hoofdregel is onmiddellijke werking wettekst. Bij afwezigheid van overgangsmaatregelen is het niet aan de rechter om compartimenteringsregeling in te stellen, ook niet als dit wel uit de toelichting van de wettekst blijkt