Week 7 Flashcards
Breedspectrum antibioticum
Antibiotica tegen een bepaalde (brede) groep bacteriën
Onderscheid tussen breed- en smalspectrum AB moeilijk te maken
Kenmerken beta-lactam AB
- Belangrijkste groep AB
- Veilig
- Relatief weinig ernstige bijwerkingen
- Goedkoop
Alle beta-lactam AB hebben een
Beta-lactam ring
Penicillinen
Beta-lactam
- Penicilline G
- Flucloxacilline
- Amoxicilline
Cefalosporinen
Beta-lactam
Generaties
- 1e generatie: cefazoline
- 2e generatie: cefuroxim
- 3e generatie: ceftriaxon, cefotaxim, ceftazidim
Carbapenems
Beta-lactam
- Meropenem
- Imipenem
Transpeptidase
- Penicilline bindend eiwit (PBP)
- Vormt verbindende ketens, en splitst oligoaminozuren af
- Doel enyzm voor AB
Draagt bij aan stevigheid celwand
Wat gebeurt er als penicilline aan transpeptidase bindt?
Transaminozuur keten kan niet gevormd worden
Hét middel voor staph. aureus
Flucloxacilline
Penicilline werkt alleen voor
- Streptokokken
- Sommige anaeroben
Cefalosporinen
Kenmerken
- 3 generaties
- Hoe hoger de generatie, hoe beter de dekking wordt voor de gram neg. hoe slechter voor de gram pos.
Carbapenems
Breedspectrum beta-lactam AB
Manieren van organismen om resistent te worden tegen AB
- Ingang via porines blokkeren
- Efflux pompen aanzetten om AB zo snel mogelijk weg te pompen
- Kapot maken AB m.b.v beta-lactamase
Werking augmentin
- '’Eenvoduige’’ beta-lactamase is werkzaam op amoxicilline
- Clavulaanzuur verhindert de werking van ‘‘eenvoudige’’ beta-lactamase
Manifestaties congenitale infectie
- Groei achterstand
- Congenitale malformatie
- Miskraam/ stilgeborene
12 weken screening
- HIV
- HBsAg
- Syfillis
TORCHES screening
- Toxoplasma gondii
- Other (VZV, parvovirus B19)
- Rubella
- CMV
- HSV
- Syfillis
Risicogroepen rubella (rodehond)
Ongevaccineerde jonge vrouwen
Klinisch beeld rubella moeder
- 50% subklinisch
- Malaise, luchtweg, lymfadenopathie
- Huiduitslag beginnend in gezicht
Complicatie: artritis
Risico op infectie van de foetus met rubella vooral
Tussen 0 en 12 weken
Klinisch beeld rubella kind
Prenataal
- Intra-uteriene groeiretardatie
- Spontane abortus
Neonataal
- Huiduitslag
- Trombocytopenie
- Hepatitis
- Meningo-encefalitis
- Botafwijkingen
Vroege kinderleeftijd
Trias: Oogafwijkingen (cataract), doofheid, CV afwijkingen
Diagnostiek rubella moeder
- IgM en IgG rubella (bij voorkeur met eerder serum/ later serum)
- Keeluitstrijk voor rubellaviruskweek of rubellaavirus PCR
Diagnostiek rubella kind
Intra-uterien: Overweeg vruchtwaterpunctie bij besmetting < 20 weken
Postnataal: 1. IgM bepaling
2. Urine en keeluitstrijk voor rubellaviruskweek en/ PCR
Risicogroep herpes neonatorum
Vrouwen die laat in de zwangerschap geïnfecteerd raken en geen antistofeen kunnen overdragen aan hun kinderen
Kliniek herpes moeder
- Herpes genitalis
- Herpes labialis
- Asymptomatisch
Kliniek herpes kind
Perinatale infectie uit zich in de 1e 4 weken
- Gelokaliseerde oog mond huid infectie
- CZS infectie, slecht drinken, geprikkeld, suf, slap, convulsies, luierpijn
- Gedissemineerde infectie: visceraal
Diagnostiek herpes moeder
- HSV kweek
- PCR bij verdachte lesies zonder herpes gen. verdenking
Diagnostiek herpes kind
24-48 uur post partum
- HSV kweek/ PCR keelwat
0-4 weken post partum
Bij huidbeeld, sepsis of insulten
Langer durende koorts bij kinderen is vanaf
Definitie
> 3 weken 38>graden
Functies triage
- Prioriteren obv klachten/ symptomen
- Verminderen morbiditeit en mortaliteit door vertraging
- Omgaan met crowding
Red flags bij kind met koorts
Waarbij je TE LAAT bent in ziekte beloop
- Cyanose
- Snelle ademhaling
- Slechte perifere circulatie
- Petechiën
Welke marker gebruik je om onderscheid te maken tussen virus en bacterie, bij kinderen die pas kort koorts hebben?
PCT
Probleem met hoge luchtweg met koorts krijg je een
stridor
Probleem lage luchtweg met koorts krijg je een
pneumonie
Infecties van de hoge luchtweg
Kinderen
- Laryngitis subglottica
- Epiglottitis
Riscogroepen voor cystitis bij patiënten vanaf 12 jaar met een verhoogd risico op gecompliceerd beloop
noem 3 min.
- Mannen
- Zwangeren
- Patiënten met DM
- Patiënten met verminderde weerstand
- Patiënten met afwijkende nieren
- Patiënten met neurologishce blaasstoornissen
- Patiënten met een verblijfskatheter
Verwekkers van >95% van de UWI
Enterobacteriae
- E. coli
- Klebsiella spp.
- Proteus spp.
Residuvorming die UWI veroorzaken kan komen door
- Obstructie
- Neurogene blaasfunctiestoornissen
- Te geringe mictiefrequentie
- Niet-volledig ledigen van de blaas
Overige predisponerende factoren voor UWI
- Postmenopauzale atrofie t. urogenitalis
- Blaas- of nierstenen
- Verblijfskatheters
- Verminderde weerstand
- Genetische factoren
- Anatomische afwijkingen
Klachten bij cystitis
- Dysurie
- Pollakisurie
- Toegenomen mictiefrequentie
- Hematurie
- Pijn in rug/ onderbuik
- Afwezigheid van nieuw ontstane of veranderde vaginale afscheiding
Tekenen van weefselinvasie bij UWI
- Flankpijn
- Retentieblaas
- Peritoneale prikkeling
- Dehydratie
- Shock
Positief nitriet bij patiënt zonder risicofactoren
Gelijk behandelen voor UWI
Om contaminatie met genitale flora te vermijden vang je urine ? op
midstream
Therapie van UWI
- Empirisch, rekening houden met meest waarschijnlijke verwekker
- Daarna gericht op verwekker
1ste keus empirische therapie cystitis
Nitrofurantoïne
Komt alleen in de urine!!!
Behandeling urosepsis
Ceftriaxon IV + eenmalig gentamicine IV
Behandeling stroomlijnen obv. kweek
Aantonen bacteriële vaginose
- Moleculaire diagnsotiek
- Preparaat
Klassieke bacteriële verwekkers SOA
- Neisseria gonorrhoeae
- Chlamydia trachomatis
- Treponema pallidum (lues/ syfillis)
- Mycoplasma genitalium
Twee belangrijkste pathogen neisseria soorten
- Neisseria gonorrhoeae
- Neisseria meningitidis
Kenmerken neisseria gonorrhoeae
- Gram-neg. diplococcen
- Pili
- Kapsel
- IC vermenigvuldiging
Infectie met gonococcen klachten
- Urethritis, cervicitis
- Endometritis
- Proctitis, pharyngitis
- Opthalmia neonatorum
- Gedissemineerde infectie: koorts. polyarthritis
Diagnostiek gonococcen
- PCR (urine of urethra/vagina/rectum)
- Eventueel kweek en gevoeligheid (NB transport in speciaal medium en binnen 6 uur in lab)
Behandeling gonococcen
Ceftriaxon intramusculair
Treponema pallidum is wel/niet kweekbaar
niet
1e, 2e en 3e fase lues
- Ulcus
- Infectie (uitslag, koorts, neuro symptomen)
geen behandeling - Infectie in diepe weefsels & organen
Voorkomen congenitale lues
Penicilline vroeg in de zwangerschap (zwangere screening)
Diagnostiek lues
- Serologie: treponemaal en non-treponemaal
- screening (ELISA: IgG)
- Confirmatie: immunoblot
- PCR ulcus
- DOnkereld microscopie ulcus
Hoevaak behandel je met penicilline bij actieve lues infectie
1x
Hoevaak behandel je met penicilline bij latente lues infectie
3x (3 weken)
3 biovars van Chlamydia trachomatis
- Trachoom (bindvliesontsteking oog)
- D-K: urogenitale infecties
- Lymphogranuloma venereum
Kenmerken lymphogranuloma venereum
- Ernstiger beloop
- Lymfeklierzwelling lies
- Anale klachten
- Langere behandeling
Belangrijkste diagnostiek chlamydia
- PCR (urine, oogwat)
Behandeling chlamydia
- Azitromycine
- Doxycycline
Behandeling mycoplasma genitalium
Azithromycin eerste keus, maar veel resistentie!
Virale SOA’s
- Herpes simplex virus
- HPV
- Humaan immundeficiëntie virus
- Hep-B virus
- Hep-C virus
Kenmerken mycoplasma genitalium
- Seksueel overdraagbaar, geen ‘klassieke SOA’
- Urethritis bij mannen
- Testen middels PCR
2 onderverdelingen van anti-microbiële middelen
- Antibiotica
- Chemotherapeutica
De verschillende werkingsmechansimen van AB zijn betrekkend op
- Celwandsynthese
- Permeabiliteit celmembraan
- Eiwitsynthese
- Nucleïnezuursynthese
- Andere stofwisselingsactiviteiten
Farmacokinetiek
Hoe het lichaam reageert op de AB. De verdeling van het AB op de weefsels en wordt bepaald door binding van AB aan eiwitten in plasma en weefsels
Toediening van AB middelen is afhankelijk van
- Farmacokinetiek en farmacodynamiek
- Verwekker van de infectie
- Plaats en de aard van het infectieuze proces
- Weerstand van de patiënt
Factoren die bepalend zijn voor de concentratie van het AB
- Halfwaardetijd (kan verlengd zijn door nierfunctie,leverfunctie, neonaat en ouderen)
- Vacularisatie van het weefsel
- Natuurlijke barrières
- Mate van ontsteking
- Eliminatie van het antibioticum
Eliminatie van AB kan via
- Nier
- Gal
- Lever
Bacteriostatisch
Bacterie groeiremmend
Bactericide
Bacteriedodend
Welk antimicrobieel middel geef je bij ernstige infecties
Bactericide antibiotica
Wat zijn infecties waarbij slechte doorbloeding is?
- Endocarditis
- Meningitis
MIC
Buis?
Laagste concentratie van het AB uit een reeks die zichtbare bacteriegroei kan voorkomen
Buis blijft helder bij MIC
Hoe wordt de bactericide werking van AB bepaald in lab?
Cultuurbuizen te enten op bloedagarplaat en 24 uur te incuberen bij 37°
MBC
Kan niet bepaald worden voor
Minimale bactericide concentratie
Cotrimoxazol
Nitrofurantoïne
Werking op lichaam
Kan niet gegeven worden bij
Komt alleen in blaas, niet systemisch
Urosepsis, hogere UWI
Wanneer is een bacteriestam gevoelig voor het betreffende AB?
Wanneer de MIC-waarde onder de helft ligt van de ‘‘gemiddelde bloedconcentratie’’ die met het betreffende AB in het lichaam te bereiken is
Killing snelheid
De snelheid waarmee AB bepaalde bacterie klaart
2 grote groepen resistentie
- Intrinsieke resistentie
- Verkregen resistentie
Intrinsieke resistentie (voor AB)
De bacterie is van zichzelf resistent
- Alle gramnegatieve bacteriën zijn resistent tegen vancomycine en tetracyclines
2 manieren verkregen resistentie (voor AB)
- Natuurlijke selectie
- Overdracht van genetisch materiaal
Verkregen resistentie door natuurlijke selectie
Meestal is er in bacteristam klein aantal spontane mutanten, bij AB toediening worden niet-gemuteerde gevoelige bacteriën gedood, en kunnen de mutanten zich vermenigvuldigen.
Verkregen resistentie door overdracht van genetisch materiaal
Overdrach van plasmiden van één bacterie op de andere