Week - 6 valuta

Question 1

EUR/USD

Answer 1

Euro = trading currency
USD = pricing currency

Question 2

Koopkrachtpariteittheorie

Answer 2

munden van landen met een hoog inflatie zullen depreciëren. Vanwege verlies aan concurrentiekracht, waardoor minder export en minder vraag naar de munt.

Question 3

Interestpariteittheorie

Answer 3

Munten van landen met relatief hoge rente zullen depreciëren. Omdat door de hoge rente inflatie zal toenemen.

Question 4

Internationale Fischer relatie

Answer 4

nominale rente = reële rente + vergoeding voor inflatieverwachting. Internationale Fischer relatie veronderstelt dat reële rente over ter wereld gelijk is.

Question 5

Valutatermijncontract

Answer 5

Een overeenkomst om op een afgesproken tijdstip tegen een vastgestelde prijs een overeengekomen hoeveelheid vreemde valuta te kopen of te verkopen.

Question 6

Formule: valutatermijncontract

Answer 6

verschil in rente per jaar uitrekenen. Daarna verschil omrekenen naar juiste periode. Het resultaat vermenigvuldigen tegen de huidige koers.

Question 7

Forex swap

Answer 7

Combinatie van contante transactie en termijntransactie op de geldmarkt. komt voor als verwachte ontvangst of afgesproken betaling wordt uitgesteld.

Question 8

Interest rate currency swap = Cross currency swap

Answer 8

Als twee bedrijven gunstig lenen in eigen valuta. Daarna het geld tegen zelfde voorwaarden aan elkaar uitlenen. Achteraf verrekenen tegen zelfde koers of eerder afgesproken koers.

Question 9

Clilinder optie

Answer 9

zelfde als een dollar, maar dan voor de koers