Week 6: Somatosensibiliteit en motoriek Flashcards

1
Q

Welke cellen zijn betrokken bij de gnostische sensibiliteit?

A

Merkel (dichtbij oppervlakte)
Ruffini (dieper in huid)
Pacinian (dieper in huid)
Meissner (dichtbij oppervlakte)
Peeslichaampjes
Spierspoeltjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke cellen zijn betrokken bij vitale sensibiliteit?

A

Free nerve endings

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke vezels zijn in hoeverre gemyeliniseerd? En waar dienen deze vezels voor?

A

C: ongemyeliniseerd (voor pijn/temp)
Adelta: dun gemyeliniseerd (voor pijn/temp)
Abeta: gemyeliniseerd (voor tast)
Ia: dik gemyeliniseerd spierspoel aff
Ib: dik gemyeliniseerd golgipees aff

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe werkt de sensibiliteit in je gezicht?

A

Vitaal: lijnen van Sölder (begint bij openingen gezicht en verspreid zich) -> gaat naar spinale kern trigeminus
Gnostisch: opthamicus, maxilaris, mandibularis ->
gaat naar principale kern trigeminus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Uit welke 2 onderdelen bestaat de dorsale funiculus en welke zit mediaal?

A

Gracilis mediaal
Cuneatus lateraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar gaan vitale vezels naast de gyrus postcentralis nog meer heen?

A

Insula

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke zones in de gyrus postcentralis verwerken de tast van de huid?

A

1 en 3b

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke zones in de gyrus postcentralis verwerken de proprioceptieve info?

A

3a en 2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke namen heeft het piramidaal systeem allemaal?

A

Capsula interna bij basale kernen
Pedunculus cerebri bij tractus opticus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe wordt de capsula interna gevasculariseerd?

A

Lenticulostriate arterieën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar heeft de corticobulbaire baan aftakkingen naar?

A

Nuc. ruber
Nuc. trigeminus
Nuc. facialis
Nuc. ambiguus
Nuc. hypoglossus
Nuc. accessorius

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe werkt de aansturing van de facialis?

A

Vanaf motorschors of limbisch systeem (gyrus cinguli)
Motorschors: bilateraal voor bovenste helft, contralateraal onderste
Gyrus cinguli: bilateraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar zitten de parasympatische cellen voor mictie?

A

S1/S2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar zit het gevoel van de tepel?

A

Th4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar zit het gevoel van de navel?

A

Th10

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waar moet je aan denken bij niezen hoesten of persen

A

HNP (hoesten niezen persen)

17
Q

Welke segment voor kniepeesreflex?

A

L4

18
Q

Welk segment voor achillespeesreflex?

A

S1

19
Q

Vanuit waar ontspringt je phrenicus?

A

C3-C5

20
Q
A