Week 2: Epilepsie Flashcards

1
Q

Wat is een status epilepticus?

A

> 5 min durend of 2 of meer korte insulten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de behandeling tijdens een koortsstuip?

A

Midazolam neusspray en na 5-10 min herhalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is epilepsie?

A

2 of meer ongeprovoceerde aanvallen met intervan van meer dan 24 uur
1 ongeprovoceerde aanval met herhalingskans van minimaal 60% in 10 jaar
Sprake van epilepsiesyndroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Op welke 4 domeinen classificeer je epilepsie?

A

Aanvalsbeschrijving
Aanvalsclassificatie
Epilepsie syndroom classificatie
Etiologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke 2 zaken wil je zwz benoemen bij een aanvalsbeschrijving

A

Bewustzijn/gewaarwording
Motorische verschijnselen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar zit glycine voornamelijk?

A

Ruggenmerg (inhiberende neurotransmitter)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het verschil tussen GABAa en GABAb?

A

GABAa: chloridekanaal, target benzo’s, alcohol etc
GABAb: G-eiwitgekoppeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is Dravet syndroom?

A

Minder natriumkanalen in interneuronen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn 2 concrete doelen van anti-epileptica?

A

Langdurige depolarisatie voorkomen
Hoog-frequent, synchroon vuurgedrag voorkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Noem 3 niet-medicamenteuze behandelingsopties voor epilepsie

A

Ketogeen dieet
N. vagusstimulatie
Epilepsiechirurgie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Is inwaartse stroom positief of negatief?

A

Negatief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een Toddse parese?

A

Tijdelijke parese bij uitputting hersencellen aan een kant van het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is TSC?

A

Tubulaire sclerose complex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Noem 6 kenmerken van TSC

A

Angiofibromen in gelaat/voorhoofdplaque
3 of meer hypoplastische maculae
Corticale tuber
Subependymale noduli
Cardiale rhabdomyomen
Nierangiomyolipomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het grootste probleem van een status epilepticus?

A

Hypoxie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q
A