Week 6 H13 Flashcards

1
Q

Leg het model van Laureys uit

A

onderscheid twee soort dimensies van bewustzijn.
wakker zijn en bewust zijn. deze twee zijn met elkaar gecorreleerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Beschrijf het model van Tart

A

twee dimensies: rationaliteit en vermogen om te halucineren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

beschrijf Hobson’s model

A

beschrijft verschillende verwerkingsmodi. is drie dimensionaal.

aminergic en cholinergie= type neurotransmitters die actief zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Beschrijf Vaitl’s model

A

kijkt naar oorzaken van ervaringen (triggers).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

beschrijf de functie van het 11D-asc scale

A

schaal die bestaat uit 44 items. aan de hand van de profielen van deze schaal kan je verschillende staten van bewustzijn kwantitatief met elkaar vergelijken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Op welke neurotransmitter systemen hebben: stimulerende, dissociatieve, empathogene en klassieke psychedelica effect?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de werking van ketamine? en waar kan het op klinische niveau ingezet worden?

A

is een dissociatieve drug. Ervaringen van zweven, derealisatie, depersonalisatie en out of body ervaringen. (k -hole). Kan gebruikt worden voor behandeling resistente depressie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de klinische mogelijkheden van MDMA

A

behandeling voor PTSS. Kan helpen patienten meer in verbinding te krijgen met lichaam. Onderzoek zit in fase 3 en wellicht is het binnen 5 a 10 jaar een geregistreerd medicijn in europa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke effecten hebben psychedelica? Op welke hersengebieden heeft het voornamelijk effect?

A

Voornamelijk activatie van seretonine receptoren in visuele gebieden en hogere orde gebieden zoals defaultnetwerk (geassocieerd met dagdromen o.a.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe geven psychedelica het hallucinerende effect volgens het REBUS model?

A

verstoort het voorspellende verwerkingsmodel. (uit college 3). de prior beliefs worden onderdrukt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

welke problemen zijn er bij klinische studies naar psychedelica omtrent de geschiktheid voor therapeutische behandelingen.

A
  • kleine sample sizes
  • breaking-blind problem: mensen hebben meteen door dat ze psychedelica gebruiken–>blind studies zijn dus niet mogelijk–>gigantische kans op placebo effect
  • voornamelijk korte termijn effecten
  • belangenconflicten: onderzoek wordt gesponsord door farmaceuten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het verschil tussen focused attention en open monitoring meditatie?

A

focused attention meditatie heeft als doel het stabiliseren van aandacht dmv focussen op sensaties zoals ademhaling. Open monitoring gaat om het ontwikkelen van meta awereness, het waarnemen van gedachten en niet oordelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is non-dual awerness?

A

Gaat nog verder binnen meditatie. Inzicht waarin de wereld om ons heen gecreeerd is door ons self en verder gaat dan subject-object onderscheidt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

noem twee effecten van meditatie die uit onderzoek naar voren zijn gekomen?

A
  • mensen die mediteren hebben meer controle over aandacht, waarbij ze langer in staat waren te focussen op 1 stimuli bij bistabiele waarneming.
  • emotionele reactiviteit neemt af bij mensen die mediteren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat gebeurd er in het brein tijdens meditatie?

A

gebieden die geassocieerd worden met het lichamelijk self worden minder actief tijdens meditatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn mogelijke negatieve effecten van meditatie?

A

depersonalisatie, terugkerende hallucinaties en angststoornissen.

17
Q

Wat is de algemene definitie van Hypnose?

A

tijdens hypnose neemt de hypnotist de controle over en dit zorgt voor een vermindering van vrije wil bij degene die gehypnotiseerd wordt.

18
Q

Hoe kan hypnose analgesia opwekken?

A

via hypnose kunnen mensen minder pijn percepties ervaren. Hersengebieden worden ook minder geactiveerd.

19
Q

Wat is de telegen absorption scale?

A

een vragenlijst waarmee je kan bepalen hoe gevoel een persoon is voor hypnose. hieruit blijkt dat 10% van de mensen hoog 10% laag en 80% gemiddeld hypnotiseerbaar is.

20
Q

Wat voor type mensen zijn gevoelig hypnose?

A

mensen met hoge mate van mentale inbeelding.

21
Q

Hoe kan de preditictive processing theory hypnose verklaren?

A

in hypnose worden er extreem hoge verwachtingen gecreeerd, deze kunnen vervolgens topdown invloed hebben op onze waarneming.

22
Q

Wat is een terugkerend kritiek op het idee van predecitive processing bij hypnose?

A

response-expectancy theory: Mensen gaan zich tijdens hypnose op een bepaalde manier gedragen, omdat dit van ze verwacht wordt.

23
Q

Beschrijf het experiment: god-helmet

A

mensen krijgen een soort motorhelm op met electroden die bepaalde gebieden van de temporal kwab stimuleren. Wat leidt tot hallucinerende effecten.

24
Q

Wat is kritiek op het God-helmet experiment

A
  • Mensen die meedoen aan het onderzoek weten wat het mogelijke effect van de helm is–>mogelijkheid tot placebo
  • mensen worden afgesloten van veel andere stimuli–>hoge kans op placebo.
  • bij placebo helmen treedde ook hallucinerende effecten op bij mensen die hoog scoren op de hypnose schaal.
25
Q

Welke drie functies worden aangestast bij alternate state consciousness? (ASC)

H13

A
  1. aandacht kan veranderen van intern naar extern en andersom
  2. kortetermijn geheugen
  3. arousal