Week 2 H4 t/m 6 Flashcards

1
Q

Wat is het idee over de locatie van bewustzijn binnen het brein volgens de identity theorists & eliminative materialisten?

A

bewustzijn=brein activiteit. Als we in het brein precies genoeg kijken dan hebben het antwoord van waar bewustzijn zit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het idee over de locatie van bewustzijn binnen het brein volgens de new mysterians

A

bewustzijn gaan we nooit localiseren en oplossen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het idee over de locatie van bewustzijn binnnen het brein volgens de extended minders?

A

bewustzijn bevat niet alleen het menselijk brein, maar ook een persoon’s geschiedenis, externe omgeving en de manier hoe het brein interacteerd met de wereld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de mereological fallacy?

A

Het toepassen van een beschrijving op een object, die van toepassing zijn op persoonslevel

VB: Het brein stuurt je aandacht–>fout het brein voert operaties uit en bepaald niks.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Leg de Global workspace theory uit.

A

Wat bewust is, is het gene wat in de spotlight staat. 1 ding tegelijkertijd is bewust. bewustzijn vindt plaats op basis van interacties van drie items:
* backstage (onbewuste processen)
* stage (werkgeheugen)
* spotlight (aandacht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Leg de neuronal workspace theory uit

A

specificatie van de global workspace theory. Hersengebieden die het meest geactiveerd worden krijgen de aandacht (spotlight).

Waarbij visuele informatie in de fast forward sweep onbewust blijft

En waarbij visuele informatie die “terugkerend verwerkt wordt binnen de subcorticale gebieden potentie heeft om wel bewust te worden.

The global neuronal workspace model predicts that conscious presence is a nonlinear function of stimulus salience; i.e., a gradual increase in stimulus visibility should be accompanied by a sudden transition of the neuronal workspace into a corresponding activity pattern

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat voor verschil in patronen laten hersenscans zien tijdens experimenten waarbij woorden wel of niet worden waargenomen door de persoon?

A

waargenomen woorden lijden tot activatie van meer hersengebieden dan niet waargenomen (masked) woorden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Beschrijf de integrated information theory met behulp van dit plaatje

A

Deze theorie stelt dat bewustzijn zich bevindt op een continuem. hoe meer informatie van verschillende hersendelen aan elkaar gekoppeld is hoe hoger het bewust zijn.
* plaatje 1: onbewuste integratie
* plaatje 2: minimale bewuste integratie
* plaatje 3: bewuste integratie

plaatje 1 komt vaak voor bij coma patienten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een belangrijke voorwaarde van de integrated information theory?

A

bewustzijn staat niet aan of uit. Er is sprake van een continuem van meer of mindere bewustzijn. hoe hoger het bewustzijn hoe hoger de “fie” eenheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het grootste probleem met de integrated information theory?

A

het operationaliseren van de theorie is moeilijk. Wetenschappers hebben verschillende methoden om fie uit te rekenen en ook verschillende uitkomsten. Er is geen overeenstemming welke het meest geschikt is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

beschrijf de predictive processing theory

A

Theorie die ervanuit gaat dat het brein ervaringen voorspelt.
* voorafgaande verwachtingen vormen sensorische ervaringen. Dit doet het brein aan de hand van zogenoemde generative hierarchical model Wat eigenlijk een top-down model is van voorspellingen, hoe hoger hoe complexer. Deze voorspellingen worden geupdate dmv bottom up voorspelling error signalen.

VB: Je ziet in de verte een schim–>brein vertaald dit aan de hand van ervaringen en verwachtingen dat het kameel is Dit hangt af van hoeveel gewicht je hier op legt–> (dit kan soms fout gaan–>hallucinaties)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar is de rubber hand illusion een voorbeeld van?

A

voorbeeld dat verwachtingen in het brein invloed hebben op de werkelijkheid.
stap 1: zowel rubbere als echte hand worden gestimuleerd
stap 2: alleen rubbere hand wordt gestimuleerd, maar brein denkt nu dat dit onderdeel is van het lichaam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een neurelate correlatie van bewustzijn? Hoe meet je het?

A

De minimale neurologische mechanismen die samen noodzakelijk zijn voor het veroorzaken van bewuste waarneming.

Hoe?
Door metingen te doen in het brein en te meten aan bewuste ervaringen. (zag je het of zag je het niet? Hoe instens was de ervaring?)

Deze correleren met welke hersengebieden actief zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het verschil tussen full neural correlates of consciousness en content-specific NCC?

A

content-specific= kleine aspect van bewustzijn wordt verklaard (ik ben mij bewust van mijn teen)

Full NCC= Bewustzijn in het algemeen ongeacht de inhoud. (buiten bewustzijn door hoofdstoten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is bistabiele perceptie?

A

wanneer je bijvoorbeeld een bril op krijgt met twee verschillende kleuren. Dan zie je niet beide kleuren tegelijk, maar 1 van de twee. Soms wisselen deze elkaar af.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het binding problem?

A

Het feit dat we miljoenen verschillende dingen doen, maar nemen het waar als 1 geheel. Hoe werkt dit?

17
Q

Hoe denken we nu dat het meest waarschijnlijk is hoe geintegreerde waarneming plaatsvind? Bij welke theorie sluit deze het meeste aan?

A

verschillende neuronen die op een bepaald tempo in een bepaalde frequentie vuren. De GWT

18
Q

Wat wordt bedoeld met binocular rivalry?

A

Elk oog krijg een verschillende afbeelding te zien en de waarneming wisselt tussen beiden.

19
Q

Op welk aspect verschillen global workspace theory en integrated information theory?

A

Bewustzijn is gerelateerd aan de heoveelheid integratie.

19
Q

Op welk aspect verschillen global workspace theory en integrated information theory?

A

Bewustzijn is gerelateerd aan de heoveelheid integratie.

20
Q

Wat is niet een manier om te onderzoeken hoe percepties in competitie zijn voor bewustzijn

A

sensory suppression

21
Q

Wat wordt bedoeld met cartesiaans materialisme?

A

Het idee dat het bewustzijn “plaats vindt” op een specifieke tijd en op een specifieke (neurale of mentale) plaats.

22
Q

Welk hersengebied wordt voornamelijk met pijn geassocieerd?

H5

A

Wanneer iemand pijn heeft, dan is er vooral veel activiteit in de anterior cingulate cortex (ACC).

23
Q

Wat is micro bewustzijn?

H6

A

Volgens Zeki zou dat komen doordat alle corticale systemen een eigen bewustzijn hebben. Er is dus geen centraal punt, maar ieder systeem heeft een eigen vorm. Micro-bewustzijn bevindt zich dus in macro-bewustzijn

24
Q

Wat wordt bedoeld met multi-sensorische integratie?

A

is het vermogen van het centrale zenuwstelsel om informatie afkomstig van verschillende zintuigen (zicht, gehoor, gevoel, reuk, smaak en evenwicht) te integreren.

25
Q

Wat houdt de theorie van de ‘mythe van dubbele transductie’ van Dennett in?

A

De ‘mythe van dubbele transductie’ houdt in dat er geen gebruik kan worden gemaakt van een ‘ik’ die onderscheid maakt tussen waar iemand zich bewust of onbewust van zal zijn. Er zijn alleen maar meerdere ontwerpen van gevoelens, gedachten en percepties waarmee de hersenen werken.