Week 6 Flashcards

1
Q

wat valt alles onder het Algemene Lineair Model?

A

alles met kwantitatieve y

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

alle toetsen voor kwantitatieve y uitvoerbaar met?

> wat vergelijk je?

A

F toets

> altijd vergelijken van een complete model met een reduced model

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

2 regels om aantal onafhankelijke variabelen te selecteren

A
  1. genoeg om het model nuttig te maken en om goede power te hebben
  2. zo simpel mogelijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoezo is R² geen goed criterium om een model te kiezen?

A

R² kan niet afnemen als je predictoren toevoegt

> je zou dus het meest complexe model kiezen, dit model brengt echter nadelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

3 types exploratieve model selectie

A
  1. backward elimination - begint met alle predictoren en gooit steeds de slechtste eruit tot dat alle predictoren significante partiele r² verklaren ( alpha ingesteld)
  2. forward selection - begint zonder predictoren, eerste predictor met hoogste correlatie met y. daarna steeds toevoegen van predictor met hoogste partiele r².
  3. stepwise regression - modificatie van forward selection: naar elk toevoeging kijken of een predictor overbodig werd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

3 nadelen van exploratieve model selectie

A
  1. levert niet altijd zinvolle modellen op bv. geen hoofdeffect maar wel interactie
  2. nominale en werkelijke p waarden komen niet overeen
  3. (belangrijk) algoritmes zijn gevoelig voor kanskapitalisatie: gevonden schattingen mede product van toevalsfluctuaties

> gevonden model verklaard veel minder in nieuwe steekproef

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

3 aannames van lineaire modellen

A
  1. y is een lineaire functie van predictoren
  2. conditionele verdeling van y is normaal
  3. homogene conditionele variantie (homoscedasticiteit)
  4. aselecte trekking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoezo neemt bij multicollineariteit de standaardfout toe?

A

in de formule van standaardfout staat 1 - R² in de noemer

> dus hoe groter R², hoe groter se

> R² is het kwadraat van de multiple correlatie, deze is groot als de predictoren van elkaar afhankelijk zijn (multicollineariteit)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

4 problemem van multicollineariteit

A
  1. bij toevoeging predictor neemt R² niet toe
  2. constant houden onrealistisch
  3. moeilijk om belang van predictor vast te stellen omdat effecten van predictoren vervlochten zijn
  4. toename in se van de b’s > regressie voorspelling instabiel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

3 indicatoren van multicollineariteit

A
  1. wel significant omnibus, geen significante effecten per predictor
  2. grote veranderingen van schatting coefficienten bij toevoegen predictoren
  3. statistisch checken met Variance Inflation Factor
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

3 oplossingen voor multicollineariteit

A
  1. verwijder predictoren die niets extra verklaren
  2. maak index of som groepjes variabelen
  3. bij interactie, centreren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly