Week 1+2 Flashcards
welke meetschal “fuzzy” volgens agresti?
ordinal - valt tussen nominaal en interval
wanneer is een waarneming mogelijk een outlier?
als deze 1.5 maal de interkwartielrange IQR boven het derde kwartiel
of 1.5 maal onder het eerste kwartiel
de kwaliteit van een schatter wordt uitgedrukt in?
- zuiverheid (unbiased)
- doeltreffendheid (efficiet)
wat wordt ook de “power” van een test genoemd?
de proportie terecht verworpen H0
dus correct positief
wanneer wordt de standaardfout kleiner?
- afname in residuele variantie
- toename in steekproefgrootte
- toename is spreiding van voorspeller x
3 voorwaarden om causaliteit aan te tonen
- er moet een verband bestaan tussen x en y
- er moet een toepasselijke tijdsvolgorde zijn
- alternatieve verklaringen moeten worden uitgesloten
(we kunnen oorzaak nooit bewijizen, maar wel falsificeren)
wat is een “lurking” variable?
lurking variable:
> variabele met belangrijk effect, maar niet geincludeerd als predictor
> niet gemeten
> het is dus niet gecontroleerd voor deze variabele
wat is een “oneigenlijk verband”?
bv schoenmaat en taalvaardigheid
> geheel verband verklaard door een derde variabele (sekse)
wanneer is er sprake van “aaneenschakeling van relaties”?
> hoe wordt x2 ook genoemd?
aaneenschakeling van relaties:
> x1 veroorzaakt x2, x2 veroorzaakt y
> als je voor x2 controleerd, verdwijnt het verband tussen x1 en y
> x2 wordt in die geval ook mediator genoemd
hoe wordt x2 bij een statistische interactie ook genoemd?
moderator
wanneer is er sprake van een “suppressor variable”?
suppressor:
> pas een verband tussen twee variabele als er gecontroleerd wordt voor een derde variabele
wat is het simpsons paradox?
simpsons paradox:
> na het controleren voor een variabele, draait het teken van het verband tussen twee variabelen om