Week 6 Flashcards
1
Q
Liquiditeit
A
De mogelijkheid om op korte termijn aan de verplichtingen te voldoen
2
Q
Current ratio
A
Vlottende activa / vlottend passief
3
Q
Quick ratio
A
Vlottend actief - voorraden/ vlottende passief
4
Q
Netto-werkkapitaal
A
Vlottend actief - vlottend passief
5
Q
Cash-flow
A
Nettowinst + afschrijvingen
6
Q
Solvabiliteit
A
Het vermogen om op lange termijn het totale vreemde vermogen terug te kunnen betalen.
7
Q
Intrinsieke waarde
A
Gelijk aan het eigen vermogen van de onderneming volgens de balans op basis van de actuele waarde