Week 6 Flashcards

1
Q

welke drie domeinen van opsporing kennen we

A
  1. Klassieke opsporing
  2. De vroegsporting
  3. Opsporing van terroristisch misdrijven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Leg het domein ‘ de klassieke opsporing’ uit

A

opsporing naar aanleiding van een verdenking dat er een strafbaar feit is begaan. (er hoeft nog geen verdachte in beeld te zijn)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Leg het domein ‘vroege opsporing’ uit

A

opsporing naar aanleiding van een redelijk vermoeden dat in georganiseerd verband bepaalde strafbare feiten worden gepleegd. (de feiten hoeven dus nog niet te zijn gepleegd)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Leg het domein ‘opsporing van terroristische misdrijven’

A

er wordt een onderzoek gestart naar aanleiding van aanwijzingen van terroristisch misdrijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn dwangmiddelen

A

bevoegdheden die tegen de wil van de burger in kunnen worden doorgezet. Het gaat hierbij om alles wat vooraf aan de rechtszaak gebeurt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke 4 vrijheidsbenemende dwangmiddelen kennen we

A
  • staande houden
  • aanhouding bij heterdaad
  • aanhouding buiten heterdaad
  • ophouding voor onderzoek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Staande houden | art. …. SV
(tegen) Wie:
Door wie:
Grond:
Geval:
Duur:

A

Staande houden | art. 52 SV
(tegen) Wie: De verdachte, zie art. 27 sv
Door wie: Opsporingsambtenaar, art 141/142 sv.
Grond/doel: Ter vasttelling van de identiteit
Geval: Elk strafbaar feit
Duur: Zo lang als redelijkerwijs nodig voor vraag en antwoord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Aanhouding bij heterdaad | art. …. SV
(tegen) Wie:
Door wie:
Grond:
Geval:
Duur:

A

Aanhouding bij heterdaad | art. 53 SV
(tegen) Wie: De verdachte, zie art. 27 sv
Door wie: Iedereen, opsporingsambtenaar en burger
Grond/doel: overbrengen naar plaats van verhoor of naar (hulp-) OvJ
Geval: elk strafbaar feit
Duur:Zo lang als redelijkerwijs nodig voor vraag en antwoord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Aanhouding buiten heterdaad | art. …. SV
(tegen) Wie:
Door wie:
Grond:
Geval:
Duur:

A

Aanhouding buiten heterdaad | art. 54 SV
(tegen) Wie: De verdachte, zie art. 27 sv
Door wie: (hulp-) OvJ of opsporingsambtenaar
Grond/doel: overbrengen naar plaats van verhoor of naar (hulp-) OvJ
Geval: feiten waarvoor voorlopige hechtenis is toegestaan, VH feiten art. 67
Duur: Zo lang als redelijkerwijs nodig voor vraag en antwoord

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Ophouden voor onderzoek | art. …. SV
(tegen) Wie:
Door wie:
Grond:
Geval:
Duur: + propo & sub!!!

A

Ophouden voor onderzoek | art. 56a SV
(tegen) Wie: De aangehouden verdachte
Door wie: (hulp-) OvJ
Grond/doel: overbrengen naar plaats van verhoor of naar (hulp-) OvJ
Geval: feiten waarvoor voorlopige hechtenis is toegestaan, VH feiten art. 67
Duur: Bij VH feiten 9 uur maximaal
Bij geen VH-feiten 6uur (+6 uur)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat houd vervolgingsmonopolie in + artikel

A

Dat de OvJ de enige in NL is die tot vervolging kan besluiten (art. 9 sv)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat wordt er onder een opsporingsonderzoek verstaan? (letterlijk in de wet) welk artikel en geeft voorbeeld. kennen!!!

A

132a Sv aanhouden, verhoren etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

In welk artikel kan ik de 3 elementen van het opsporingsbegrip vinden

A

132a Sv

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar dienen steunbevoegdheden voor?
Noem 3 voorbeelden?
Staat het in de wet?

A

Als ondersteuning bij de uitvoering van andere dwangmiddelen
Binnentreding, fouillering en doorzoeking
Geen explicitie wettelijke grondslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Het vervolgingsmonopolie

A

De OvJ is de enige in Nederland die tot vervolging kan besluiten. art .9 Sv

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Opportuniteitsbeginsel

A

brengt met zich dat het OM van vervolging kan afzien op grond van het algemeen belang. Vervolging is hier dus wel haalbaar maar niet opportuun.

17
Q

De vervolgingsbeslissing kent twee componenten (stappen) welke?

A
  1. is een veroordeling haalbaar?
  2. zoja, is de vervolging opportuun?
18
Q

Afzien van verdere vervolging noemen we ookwel seponeren. we kennen twee soorten sepot, welke en wat houdt het in>

A

Technisch sepot - vervolging is niet haalbaar
Beleidssepot - vervolging haalbaar maar niet opportuun

19
Q

Informeel sepot (vervolgen), welk art

A

art. 167 Sv
De beslissing om iemand niet op basis van art. 167 te vervolgen geschiedt vormvrij en hiervoor is een géén mededeling aan verdachte vereist.

20
Q

Formeel sepot (verder vevolgen) welk art

A

art. 242
De beslissing om iemand op basis van art. 242 niet verder te vervolgen, in dat geval is kennisgeving aan de verdachte vereist! (art 243) in dat geval komt de zaak ook ten einde (art. 246)

21
Q

HR Checkpoint

A

Is het OM niet-ontvankelijk als ze niet tijdig optreden bij niet-naleving van beleid. Nee, vervolging is dan alsnog gerechtvaardigd.