Week 6 Flashcards

1
Q

Leg het verschil uit tussen vergunning en ontheffing

A

Vergunning: wetgever staat niet negatief tegenover activiteit, maar wil een concreet geval kunnen beoordelen of en, zo ja, onder welke condities de activiteit moet plaatsvinden

Ontheffing: wetgever wil de activiteit in beginsel verbieden, maar sluit niet uit dat in een concreet geval een uitzondering hierop moet worden gemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Leg uit subsidies

A

De aanspraak op financiële middelen door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten

Drie fasen: subsidieverlening - subsidievaststelling - betaling (en terugvordering)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Benoem de categorisering van beschikkingen

A

Belastend en begunstigend

Vrij en gebonden

Duurzaam en aflopend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Privaatrechtelijke middelen

A

Overeenkomsten worden gesloten door een (rechts)persoon

  • Overeenkomsten voor gewoon gebruik (beleidsneutraal)
  • Overeenkomsten voor beleidsmatig gebruik (om overheidsbeleid te realiseren)
  • Bevoegdhedenovereenkommsten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly