Week 5: Verhaal en voorrang, zekerheidsrechten Flashcards

1
Q

Wat is een executoriale titel?

A
  • grosse van een veroordeeld vonnis/beschikking
  • grosse authentieke akte (zoals notariële akte)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat voor bevoegdheid heeft iemand met een executoriale titel?

A

verhaalsuitoefening: de bevoegdheid m over de goederen van de schuldenaar te beschikken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer is geen executoriale titel vereist?

A

bij faillissement

als de vordering wordt ingediend bij de curator, is dit voldoende

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat doet een curator als er een vordering bij hem wordt ingediend?

A

hij beoordeelt (de juistheid van) de vordering en onderzoekt welke goederen van de gefailleerde zijn en gaat deze gelde maken ten behoeven van alle schuldeiser

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Er bestaat een gelijkheid van de schuldeisers. Wanneer is sprake van voorrang?

A
  1. pand en hypotheek
  2. bijzondere of algemene voorrechten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bevoorrechte vorderingen

A
  • bijzonder voorrecht: op bepaalde goederen
  • algemeen voorrecht: op alle goederen

(bijzonder gaat voor algemeen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Zekerheidsrecht

A

beperkt recht dat dient als zekerheid voor voldoening van een (huidige of toekomstige) geldvordering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Fiduciaverbod

A

eigendomsoverdracht als zekerheid van betaling

verboden, dus geen geldige titel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Titel pandrecht/hypotheek

A

het geven van zekerheid voor de vordering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Titel bij beperkt recht

A

vestiging beperkt recht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Leveringshandeling bij vestiging hypotheek- of pandrecht heet ook wel

A

vestiging in enge zin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Gevolgen zuivering

A
  • alle hypotheken vervallen
  • alle beslagen vervallen
  • alle jongere beperkte (genots)rechten vervallen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welk recht gaat voor: een ouder of jonger recht?

A

ouder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Tenietgaan hypotheekrecht

A

niet-limitatief:
- voldoening vordering waarvoor zekerheid is verstrekt
- verkoop van het goed
- afstand/vermenging
- tenietgaan registergoed
- subrogatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly